Met zestien fracties in de Tweede Kamer is voor veel partijen de grens bereikt. Er moet maar eens gekeken worden hoe die ongebreidelde groei van fracties kan worden gekeerd. De Kamerleden die gisteren in het jaarlijkse debat de politieke huisregels bespraken, hebben het dagelijks bestuur van de Kamer opdracht gegeven hiervoor plannen uit te werken.
Grotere partijen als VVD, PvdA, CDA en D66 vinden het hoge aantal fracties dat door afsplitsingen is ontstaan problematisch. De kiezer kan zich bedot voelen, het vergaderen en stemmen duurt langer en fracties kunnen gaandeweg krimpen, sommen ze op. Zo heeft de coalitie door drie vertrokken fractiegenoten nog maar 76 zetels over in de Tweede Kamer; de kleinst mogelijke meerderheid. “Stel dat dat nog eens doorfokt zo”, schetst D66’er Gerard Schouw. “Dan hebben we straks 25 fracties. Dat is toch veel te veel?”
Maar wat eraan te doen? De Grondwet kent het fenomeen fractie niet. Kamerleden worden individueel en onafhankelijk gekozen. Dat zij zich onder de vlag van een partij als fractie organiseren, is een historisch gegroeid gebruik, maar voor de Grondwet geen verplichting. Afsplitsen heeft dan ook weinig gevolgen voor de rechten en plichten van een Kamerlid. Hij blijft zijn Kamerlidvergoeding krijgen, behoudt het recht op amendement en het indienen van initiatiefwetsvoorstellen.