In het nieuwe handels- en investeringsverdrag tussen de Verenigde Staten en de EU is voor investeerders de mogelijkheid opgenomen om overheden voor een internationaal arbitragetribunaal te slepen. Het geeft investeerders gevaarlijk veel macht. En waarom zijn de eigen rechtbanken eigenlijk niet goed genoeg?
Zondag was het schluss, de publieke consultatieronde over investor-state dispute settlement (ISDS) in het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TIPP) verdrag. De wat?!
Het TTIP is het nieuwe handels- en investeringsverdrag tussen de Verenigde Staten en de EU waar momenteel over onderhandeld wordt. In dat verdrag is ook de mogelijkheid opgenomen voor investeerders om overheden voor een internationaal arbitragetribunaal te slepen bij overtreding van hun verdragsrechten, beter bekend als investor-state dispute settlement (ISDS).
Zo’n arbitragetribunaal kan overheden dwingen compensatie te bieden voor gevoerd beleid. Claims kunnen ingediend worden bij onteigening van fabrieken of olievelden, maar soms gaat het verder dan dat. Er zijn bijvoorbeeld ook al claims ingediend vanwege het uitbannen van nucleaire energie (Vattenfall versus Duitsland); tabaksregulering (Philip Morris versus Australië; Philip Morris versus Uruguay); het korten van staatsobligatiehouders (Argentinië) en het nationaliseren van financiële instellingen (Ping An versus België).
Lees dit artikel van Jesse Frederik verder op Follow The Money