Griekse lidmaatschap van de eurozone draait niet meer om schuld en boete

De discussie over een Griekse exit uit de eurozone is, geheel voorspelbaar, weer in alle hevigheid opgelaaid. Voor- en tegenstanders in de eurozone bediscussiëren de houdbaarheid van de Griekse staatsschuld met evenveel enthousiasme als vorige keer, in 2012. Weinigen lijken te beseffen wat voor steriele, achterhaalde discussie dit is. Er is iets fundamenteel veranderd, sinds die vorige keer: de wereld.

Europa kan er moeilijk aan wennen, maar de geopolitiek is terug van weggeweest. Daardoor kun je niet meer in puur economische termen over de toekomst van Griekenland in de eurozone spreken. In 2012 besloot Angela Merkel het land in de eurozone te houden. Geopolitieke overwegingen speelden toen al een rol. Om dezelfde reden bleef Cyprus in 2013 binnenboord. Dat was vlak na een ijzige EU-Ruslandtop, waarbij president Poetin tirades hield over het handelsakkoord dat de EU met Oekraïne wilde sluiten. Bij de huidige discussie over Griekenland zijn geopolitieke argumenten prominent geworden.

Als wij Griekenland uit de euro werken, drijven we het land in de armen van Rusland. Het feit dat premier Tsipras zijn allereerste afspraak had met de Russische ambassadeur, en dat zijn eerste clash met Brussel ging over sancties tegen Rusland, toont dat hijzelf de geopolitieke troefkaart al heeft getrokken.

Lees dit artikel van Caroline de Gruyter verder in het NRC