Tot voor het Verdrag van Lissabon was er geen ontsnappingsclausule opgenomen in de reeds bestaande statuten en verdragen van de Europese Unie (EU). Evenmin was er sprake van een bestaand beleid dat de uitstap uit de Eurozone bepaald. Nu nog is dit beleid non-existent. Naar mijn mening is er bewust gekozen voor geen uitstapbeleid, simpelweg omdat men de euro in gang heeft gezet met als doel permanente vertegenwoordiging onder EU-lidstaten. Het is opmerkelijk dat er geen enkel land tot nog toe uit de Unie is gestapt. Gezien de financiële situatie in een land als Griekenland zou men denken dat er op z’n minst oprecht overwogen wordt om te Eurozone dan wel de EU te verlaten.
Deel 1
Met de introductie van de Europese Grondwet in 2004 was het de bedoeling om ook voor het eerst een uitstapclausule te ontwikkelen. Deze Grondwet werd echter door onder andere Nederland niet geratificeerd omdat het merendeel van de Nederlandse bevolking tegen stemde. Ook
Frankrijk stemde tegen en als gevolg hiervan werden verdere stemmingen in een aantal Europese landen uitgesteld. Vervolgens werd het Verdrag van Lissabon in het leven geroepen en dit was zowel inhoudelijk alsook feitelijk gelijkvormig de eerder verworpen Constitutie. Het verschil zit hem in het feit dat het om een Verdrag gaat in plaats van een Grondwet.
Het Verdrag van Lissabon geeft lidstaten voor het eerst de mogelijkheid om vrijwillig de EU te verlaten. Maar hoe verloopt een dergelijke procedure? Is de optie om de Unie te verlaten daadwerkelijk op vrijwillige basis of komt er meer bij kijken dan het aanvankelijk lijkt te zijn? En welke consequenties zijn er verbonden aan een uitstap? Om een overzicht te krijgen van de gehele procedure en de gevolgen daarvan voor een lidstaat is het van belang om de feiten op een rij te krijgen. Allereerst artikel 50 uit het Verdrag van Lissabon; het artikel dat een eventuele uitstap regelt.
Lees dit artikel van Daniël Leeuwenhart verder op Curiales >>>