Donderdag heeft de Europese Centrale Bank dan het langverwachte startsein gegeven voor een omvangrijk opkoopprogramma van staats- en bedrijfsleningen. De bedoeling daarvan is om de economische groei aan te wakkeren en de inflatie in de eurozone naar 2 procent te brengen. De hamvraag is: gaat dit lukken?
Laat Mario Draghi maar schuiven. Hij weet als geen ander hoe hij de financiële markten moet verrassen. Na diens eerdere ‘whatever it takes to preserve the euro’, heeft de Italiaan gisteren weer een huzarenstukje uitgehaald door een opkoopprogramma aan te kondigen van minimaal 1140 miljard euro. De president van de politiek strikt onafhankelijke Europese Centrale Bank (ECB) kondigde aan dat de ECB per 1 maart maandelijks 60 miljard euro per maand aan bedrijfsobligaties en staatsobligaties zal opkopen tot en met september 2016, en indien nodig geacht, wellicht ook nog daarna. Een ‘open eind’ dus.
Nadat al eerder was uitgelekt dat de ECB mogelijk 50 miljard euro per maand aan leningen zou opkopen, verraste Draghi donderdag vriend en vijand alsnog door daar 20 procent overheen te gaan. Maar liefst 60 miljard euro per maand wordt er opgekocht aan leningen in zowel de private als – vooral – de publieke sector. De gevolgen van die aankondiging logen er niet om. De koers van de euro zakte onmiddellijk en ook de rentes van de zwakke eurolanden zakten.
Wat zijn de belangrijkste beslissingen van de ECB?
– maandelijks zestig miljard euro opkopen leningen (privaat en publiek);
– aankopen omvatten zowel ABS als covered bonds;
– aankoopprogramma begint 1 maart tot en met september 2016, indien nodig langer totdat 2 procent inflatie doelstelling bereikt is;
– niet meer dan een derde van uitstaande schuld euroland wordt gekocht, met maximaal een kwart van de uitgegeven lening.
Deze besluiten van de ECB zullen een enorme geldverruiming tot gevolg hebben. Niet iedereen binnen het bestuur van de ECB was hierover enthousiast. Naar verluidt stemden onze eigen Klaas Knot, natuurlijk Jens Weidmann van de Duitse Bundesbank en ook de Oostenrijker Nowotny en de president van de Letse centrale bank tegen. Maar dat was niet genoeg. Binnen het bestuur van de ECB geldt: one man, one vote. En dus hebben de netto betalers – Nederland en Duitsland – het nakijken.
De vraag dient zich aan: mag en kan dit allemaal wel?
Lees dit artikel van Jean Wanningen verder op Follow The Money