‘Democratie is een beetje zoals het fenomeen Sinterklaas”, zegt de Sloveense filosoof Slavoj Zizek. Hij zit in T-shirt en jeans aan een tafeltje op het podium van het Burgtheater in Wenen. „Iedereen zegt: ‘Natuurlijk geloof ik niet in Sinterklaas, maar ik doe eraan mee vanwege de kinderen.’ Zo is het ook met de democratie tegenwoordig. Niemand gelooft er meer in, maar iedereen speelt het spel mee.”
Door Caroline de Gruyter
Met dit soort opmerkingen krijgt Zizek, een marxist, veel lachers op zijn hand. Tegelijkertijd schuilt hierin wel de verklaring voor de slechte performance van Labour bij de Britse verkiezingen donderdag – nota bene midden in de ergste economische en financiële crisis die we in honderd jaar hebben meegemaakt.
In Polen, waar gisteren eveneens gestemd werd, stelt links al jaren niets meer voor: de regering én de belangrijkste oppositiepartij zijn rechts. In Frankrijk kregen de socialisten laatst bij lokale verkiezingen zwaar klop.
Ook de bijna-implosie van de PvdA, van de Griekse en Spaanse socialisten is grotendeels terug te voeren op het feit dat zij – juist in een tijd waarin multinationals machtiger worden en de ongelijkheid tussen burgers snel toeneemt – een rol spelen in een politiek spel waarin ze zelf nauwelijks meer lijken te geloven. In Zizeks woorden: „They act it.”
De kiezer voelt dit feilloos aan. Het is niet voor niets dat het boek van Thomas Piketty zo’n hype is, dat mensen kwaad zijn over bankiersbonussen, dat de ideologen van Syriza zo’n snaar raken. De tegendraadse conferences van Zizek hebben cultstatus gekregen. Het Burgtheater was compleet uitverkocht. Er waren wachtlijsten. De socialistische wethouder van cultuur luisterde op de eerste rij twee uur naar tirades over het commodity hedonism dat volgens Zizek, mede met dank aan links, bezig is Europese democratieën buitenspel te zetten. De sociaal-democraten weten het zelf maar al te goed: ze zijn hun verhaal kwijt.
Het linkse verhaal is in essentie altijd een economisch en sociaal verhaal geweest: dat van een rechtvaardige maatschappij. Over dat verhaal gingen de socialisten vroeger verbaal op de vuist met de kapitalisten. Verkiezingscampagnes draaiden om de clash tussen twee verschillende economische wereldbeelden en scenario’s. Als links werd gekozen, kreeg je een radicaal andere economische en sociale politiek dan als rechts won. Die tegenstelling in de politiek is bijna verdwenen. Tegenwoordig voert een linkse regering vrijwel hetzelfde economische beleid als een rechtse. Dat beleid wordt, vanwege de globalisering, ver boven hun hoofden uitgestippeld: door de ‘markten’, het IMF, de trojka of in de boardroom van Pimco, één van de grootste obligatiefondsen ter wereld.
Door die economische globalisering is het belangrijkste verschil tussen links en rechts weggevallen. Ze zijn samengesmolten tot ‘establishment’.