‘We krijgen ons geld niet terug!’ zo kondigde Matthijs van Nieuwkerk een item over de verkiezingswinst van het Griekse Syriza aan. Er was genoeg om op te reflecteren die avond: een collectief veto tegen vijf jaar opgedrongen economisch beleid, hakenkruisnazi’s die als derde eindigden en mensonterende werkloosheid.
Maar nee, de hoofdvraag van de avond was anders: krijgen we onze poen terug? ‘Wat betekent dit, Martin, wij denken dat kan toch niet, we zijn in de maling genomen!’ vraagt Van Nieuwkerk aan Telegraaf-columnist Martin Visser.
Het is de kwaal van de hele Griekenland-discussie. Clichés alom. Grieken zijn lui, ze werken maar 2037 uur per jaar, terwijl die noeste Duitse arbeiders maar liefst 1388 uur maken. Ze gaan te vroeg met pensioen, gemiddeld met 61,9 jaar, 0,2 jaar eerder dan in Duitsland. En ze kennen een veel te grote overheidssector, 8,6 procent van de werkenden is in overheidsdienst, in Duitsland is dat maar 11,1 procent.
Maar het ergst zijn de oppervlakkige frases, die veel verhullen en weinig verhelderen. Te beginnen met ‘steun aan de Grieken’. De Griekse econoom Yiannis Mouzakis becijferde dat van de 226,7 miljard euro die de eurozone en het IMF aan Griekse ‘steun’ uitkeerden maar 27 miljard (11 procent) ging naar het bekostigen van de overheid. De rest ging naar rentebetalingen, aflossing en bankensteun. Steun aan de Grieken komt eigenlijk neer op steun aan Griekse crediteuren.
Al bijna even ergerlijk is de constante oproep dat Griekenland eerst maar eens moet ‘hervormen’. Niemand is tegen hervormen, in Griekenland niet, in Nederland niet of waar dan ook. Hervormen, zo lezen we namelijk in de Dikke Van Dale, is ‘veranderen om te verbeteren’. Het democratisch proces bestaat er juist uit om te selecteren welke veranderingen een verbetering vormen. Maar niet in Griekenland. Daar is deze taak uitbesteed aan een buitenlandse commissie van wijzen, beter bekend als de trojka, die bepaalt wat goed en verstandig is.
Vorige maand onthulde het Griekse maandblad HotDoc e-mails van de trojka aan de Griekse regering. In de kantlijn van wetsvoorstellen zetten trojka-ambtenaren opmerkingen als ‘verworpen’, ‘niet genoeg’, ‘volstrekt niet genoeg’. In een brief van de staatssecretaris van Arbeid aan voormalig premier Samaras valt te lezen hoe de trojka voorstelde het parlement te omzeilen om een voorstel tot het vereenvoudigen van massaontslagen tot wet te maken. ‘Het is niet verstandig om parlementaire onrust te veroorzaken, als we andere mogelijkheden hebben om ons doel te bereiken’, valt te lezen.