De Europese Centrale Bank laat spaarzame Duitsers en Nederlanders de prijs betalen voor de schulden van Zuid-Europa. Toch zal die aanpak niet werken, zo betoogt de Duitse topeconoom Hans-Werner Sinn. Er is maar één oplossing: de lonen en prijzen in de crisislanden moeten omlaag. „Dat is pijnlijk voor die landen. Het enige alternatief is een euro-exit.”
Zelfs tijdens zijn vakantie wil Hans-Werner Sinn graag reageren op de actie die de ECB nu onderneemt. De Duitse econoom, president van het toonaangevende Ifo-instituut, maakt zich zorgen, zo vertelt hij in een interview met De Telegraaf. De historisch lage rente gaat volgens hem ten koste van burgers in de noordelijke eurolanden. „De centrale bankiers van Zuid-Europa en van Frankrijk hebben gewonnen. Zij vormen de meerderheid van het bestuur van de ECB.”
De ECB verlaagt de rente en komt met nieuwe bankensteun. Wat vindt u daarvan?
„Het laat zien dat de crisis nog niet voorbij is. De ECB moet nogal wanhopig zijn als ze de depositorente negatief maakt.”
Is er een reden voor wanhoop?
„De reden is dat Zuid-Europa nog steeds in crisis is. Zoals de laatste verkiezingen hebben laten zien, is de bevolking zeer ontevreden. Er is massawerkloosheid in Zuid-Europa en die neemt nog altijd toe in enkele landen, in het bijzonder in Italië. Als daarvoor geen oplossing wordt gevonden, loopt men het risico dat het politieke weefsel van de EU scheurt.”
Zal deze aanpak werken?
„Dat betwijfel ik. Goedkoop geld is slechts een pijnstiller die de genezing van de ziekte vertraagt. Wat echt nodig is in de Zuid-Europese landen is een proces van prijs- en loondalingen door arbeidsmarkthervormingen. Dit zijn harde maatregelen die zollen leiden tot een echte devaluatie tot op het punt waar deze economieën hun concurrentiekracht hebben herwonnen. Er is geen alternatief.”
Is dat proces van loondalingen niet al gaande?
„Jazeker, in Spanje en in Griekenland. In Portugal was het ook begonnen maar is het proces weer omgekeerd. Portugal gaat de verkeerde kant op, net als Italië. Het enige land dat een omvangrijke reële devaluatie doormaakte, is Ierland. Dat land heeft zijn prijzen met 15% verlaagd in verhouding tot de rest van de eurozone. Als een land niet door de pijn van reële devaluatie wil, en als landen als Nederland en Duitsland geen aanzienlijke inflatie accepteren, is de enige oplossing om uit de eurozone te stappen en de eigen munt te devalueren.”
Kan een land als Italië ooit concurreren met sterke landen?
„Natuurlijk. Noord-Italië was ooit de productiefste regio van Europa. De potentie is er, alleen zijn de Italianen te duur. Een kleine teruggang in lonen en prijzen volgens Iers voorbeeld zou wonderen doen. Italië hoeft absoluut niet uit de euro te stappen.”
Hoe zit het met Portugal en Griekenland?
„In Griekenland zie ik niet de potentie voor voldoende radicale prijs- en loondalingen, omdat hun pad naar genoeg concurrentievermogen veel langer is dan die van Italië. Verder ben ik over Portugal sceptischer dan de pers.”
Voor deze landen is een euro-exit dus een serieus alternatief?
„Portugal moet de alternatieven zorgvuldig onderzoeken. Voor Griekenland had een euro-exit vier jaar geleden het probleem opgelost, samen met een omvangrijker afschrijving van de schulden van de overheid, de banken en de bedrijven. En dan zouden we nu niet meer treuren over massawerkloosheid in Griekenland. De jeugdwerkloosheid is 55%, in de winter was het boven de 60%. Dat is geen toelaatbare situatie. Nog altijd is een euro-exit de beste oplossing voor de Griekse bevolking.”
Is de rente te laag voor Duitsland?
„Het huidige renteniveau is een voordeel voor de lenende landen en een verlies voor de uitlenende landen. Duitsland is de grootste kapitaalexporteur ter wereld. Net als de Nederlanders en de Finnen verliest Duitsland per saldo aan de renteverlagingen.”
In Duitsland is er veel kritiek op de lage rente. Critici zeggen dat spaarders worden gestraft.
„Dat is inderdaad zo. De lage rente heeft sterke herverdelingseffecten. Spaarders verliezen en schuldenaars winnen. De geldpers van de ECB ontneemt spaarders een deel van hun pensioen.”
Dus Duitsland betaalt de prijs?
„Ja, Nederland en Finland ook.”