Zo typisch Brits is de Brexit niet

Waarom willen zoveel Britten (en anderen) de EU uit? Omdat de EU is veranderd. De Britten houden ons een spiegel voor, meent econoom Adriaan Schout.

Zijn de Britten gek geworden? Het lijkt onbestaanbaar dat het Verenigd Koninkrijk (VK) wil afhaken van de grote Europese markt met een half miljard ontwikkelde consumenten. Hun EU-debat is even verward als een gemiddelde Monty Pythonaflevering, met toneelspelers die overlopen van Britse excentriciteit en onderwerpen die absurdistisch aan elkaar geregen zijn.

Karikaturen als Boris Johnson spelen met het uiteenvallen van hun land, omdat Schotland Europees wil blijven, met opleving van conflicten in Noord-Ierland, en met hun toegang tot wereldmarkten terwijl ze onzin spuien over kromme bananen en het EU-budget.

Wereldleiders, experts, belangengroepen en journalisten spiegelen de Britten doemscenario’s voor: Rusland en China zullen de geopolitieke winnaars zijn, de EU blijft verdeeld achter, de Verenigde Staten wenden zich af van de EU en de EU wordt protectionistischer. Kennelijk houden de Britten wel van een gokje met de wereldgeschiedenis – en met hun eigen voortbestaan als land.

Maar laten wij, de rest van de EU, toch wat doen om de Britten te begrijpen. Het is te verleidelijk om hun referendum af te doen als het volgende staaltje Britse absurditeit dat verder niets met ons te maken heeft. Als het om EU-beleid gaat, waren de Britten vaak zo gek nog niet. Laten we even proberen open te staan voor hun Eurowrevel om erger voor onszelf als Nederlanders en voor de hele EU te voorkomen. Daarbij: binnen of buiten de EU, we zullen met de Britten door moeten.

Begrip is wel het laatste waar de Britten op kunnen rekenen. Bij een leave-uitkomst staat het VK een afstraffing te wachten. Een stap terug van Europese eenwording past niet in de denkkaders van wereldleiders. Commissiepresident Juncker heeft gedreigd de westerburen als deserteurs te behandelen. De rest van de EU is doodsbang voor vergelijkbare democratische exit-discussies in andere lidstaten.

President Obama hield de Britten voor dat ze achteraan moeten aansluiten bij handelsafspraken. De VS maken die afspraken liever met 500 miljoen consumenten in de EU dan met de 65 miljoen Britten. De VS willen een sterk Europees blok in plaats van dat verdeelde Europa.

Dreigende taal voorafgaand aan het referendum is prima. Vertrek moet, ook in het Nederlandse en het Europese belang, ontmoedigd worden. Maar na Brexit of Bremain op 23 juni dient Europa’s woede plaats te maken voor zakelijkheid en begrip.

Het eerste wat ons te doen staat is erkennen dat referenda over de EU tot het democratische landschap zijn gaan behoren. Meestal zijn de uitkomsten een rem op Europese integratie. Nederland had in april het Oekraïnereferendum waar een ’tegen’ uitkwam, de Denen kozen in hun volksraadpleging in december tegen verdergaande integratie van politiediensten.

Europese integratie heeft draagvlak nodig en referenda zijn, hoe omstreden ook, één onderdeel in het bepalen van de grenzen van de publieke steun.

Lees verder op Trouw