De crisis van de democratie

Als democratische exercitie was het Schotse referendum een mooi schouwspel en de uitslag was ook goed, maar we zijn nog niet helemaal uit de problemen. Niet alleen moet in Groot-Brittannië een nieuw evenwicht worden gevonden tussen de verschillende landsdelen, op de achtergrond speelt een ingewikkelder en belangrijker vraagstuk, waar de Schotse kwestie slechts een voorbeeld van is: de crisis van de democratie.

Alle separatisten hebben hun eigen, lokaal verwoorde grieven, alle nationalisten hun eigen dromen, alle populisten hun eigen simpele oplossingen, maar overal putten ze uit één bron: het gevoel niet vertegenwoordigd te zijn. De parlementaire democratie geeft burgers het recht te stemmen, maar veel kiezers zien geen enkel verband tussen hun stem en het beleid dat wordt gevoerd, en identificeren zich niet langer met het land, de federatie, de unie waarin ze leven – vul de namen van de vermaledijde machtscentra maar in: Den Haag, Londen, Brussel, Washington. En al die andere.

Werkt het nog wel om het volk om de zoveel jaar te laten bepalen wie een tijdje de macht krijgt? Wat is eigenlijk dat ‘volk’ en wie zegt dat deze mensen de juiste leiders voortbrengen? In het deel van de wereld dat op dit moment de meeste furore maakt – Azië – doen veel landen het anders. Autocratisch bestuurd, met zeer uitlopende niveaus van onderdrukking, boeken ze in Singapore en China resultaten waar Europa en de VS niet aan kunnen tippen.

“Als je naar de toekomst van het hoger onderwijs kijkt, leer je dan meer van de VS en Frankrijk, met schooluitval van 40 en 25 procent, of van Zuid-Korea, met het hoogste percentage universiteitsstudenten ter wereld? Als je een pensioenstelsel op wilt zetten, kijk je dan naar Amerika of naar Singapore?” Het zijn cruciale vragen in het net verschenen boek ‘The Fourth Revolution’. De auteurs, Economist-journalisten John Micklethwait en Adrian Wooldridge, hadden er gerust nog een Chinees voorbeeld aan toe kunnen voegen. Want China is uiteraard, ook in hun boek, het grote contrapunt van het Westen.

Volgens Micklethwait en Wooldridge is onze democratie dolgedraaid, met een haperende staat als gevolg. Om gekozen en herkozen te worden, doen politici beloftes die ze nooit waar kunnen maken, waardoor de verwachtingen van de kiezers voortdurend worden opgestuwd, resulterend in steeds grotere teleurstellingen. Intussen blijven de werkelijke problemen onopgelost; democratieën zijn notoir slecht in langetermijn-denken.

Lees deze column van Stevo Akkerman verder op Trouw

Wat Cameron schreef aan Juncker

Wat kon David Cameron anders doen? Na de keuze van zijn collega- regeringsleiders voor Jean-Claude Juncker als EU-aanvoerder, moest de Britse premier hem wel feliciteren. Hij deed dat in een openhartige brief.

Dear Jean-Claude,

Graag wil ik je mijn felicitaties overbrengen nu je bent voorgedragen als Commissievoorzitter. Ik heb mij, zoals je zult hebben gemerkt, fel tegen jouw benoeming verzet, maar ik hecht eraan je te verzekeren dat mijn bezwaren louter politiek waren en in het geheel niet persoonlijk. Ik heb de grootste waardering voor je, al ruik je wel altijd iets te veel naar sigaretten.

Laat mij via deze brief mijn positie verduidelijken. Kortweg gaat het hierom: de enige manier waarop ik Groot-Brittannië binnen de EU kon houden, was jou daar buiten te houden. Ik had geen keus. Natuurlijk zou ik best met je kunnen samenwerken, maar het zou me door mijn landgenoten niet vergeven worden. Je bent in Groot-Brittannië het symbool geworden van alles wat men haat in de EU, en ik kan dat niet negeren.

Ik weet dat je niet de gevaarlijkste man van Europa bent, zoals The Sun schreef, en ik zou je vader ook geen nazi willen noemen, zoals diezelfde krant deed. Nadat je in Dublin door de christendemocratische partijen als Spitzenkandidat was gekozen, noemde CDA-leider Buma (een Nederlander) jou ‘iemand die zal verbinden’. Best mogelijk. Maar de premier van Groot-Brittannië kan het zich niet veroorloven zich te verbinden met iemand die altijd op zoek lijkt te zijn naar het eerste het beste achterkamertje, hoezeer ik ook weet dat achterkamertjes de machinekamers zijn van de Europese samenwerking. De Britse kiezers accepteren het niet.

Lees dit artikel door Stevo Akkerman verder op Trouw