ECB: Het einde der rationaliteit?

strong>Enige tijd geleden heb ik gesteld dat de sterke euro mede het werk is van de ECB die de euro (in de zwakke landen) wat het ook kost wil redden, impliciet dus gegarandeerd door de sterke landen want daar is het waar Draghi het geld vandaan zou moeten halen.

Die garantie zorgt voor een haast onaantastbare en dus sterke munt die leningen tegen een redelijke rente voor die zwakke landen mogelijk maakt.

Nu verschijnt in die zwakke landen het spook van de deflatie en zelfs in het vroeger sterke noorden loopt de inflatie terug. Het rentewapen van de ECB heeft daartegen tot nu toe niets uitgehaald. In een uiterste poging, want directe QE of via obligatie-opkoop kan niet zonder de Duitse grondwet te trotseren, kost het nu de banken geld om geld te kunnen parkeren bij de ECB, 10 procentpunten. De ECB is de eerste centrale bank die het probeert (na een halfzachte Deense poging die al snel gestaakt werd). Op die nieuwe wijze wordt geprobeerd de deflatie te keren.

Al de vorige rente ingrepen hebben niets uitgehaald. Waarom niet? Gebrek aan koopkracht door lastenverzwaringen aan de ene kant en dalende prijzen aan de andere kant door een daardoor verminderde vraag aan de andere kant mede veroorzaakt door het overvloedige goedkope geld van de QE in de USA en het VK dat de kapitaalmarkt (ook in de Emerging Markets) overspoelde en dus goedkoper produceren in overvloed stimuleerde. Goedkoper produceren levert lagere prijzen op. In die zin heeft de QE een tegengesteld effect bereikt. Geen of nauwelijk hogere inflatie in de USA, een van de doelstellingen en lagere productiekosten (ook in de Emerging Markets) en wel dalende prijzen.

Lees verder op De Dagelijkse Standaard

Lijdt eurozone aan wet remmende voorsprong?

Centrale banken hebben als kerntaak het bewaken van de prijsstabiliteit in hun land, (de FED ook de werkeloosheid), dat wil zeggen dat inflatie of deflatie binnen de perken blijven.

Daarbij hebben ze min of meer axiomatisch aangenomen dat een inflatie van 2% gunstig is voor de groei van de economie. Dat houdt wel in dat dan die groei ook meer dan 2% moet zijn om inderdaad real growth te zijn. Waarom die 2%? Die is er om het menselijk koopgedrag en bedrijfsinvesteringen te beinvloeden. Indien men weet dat volgend jaar de prijs van een goed zal zijn gestegen is men geneigd om dat goed nu te kopen om die prijsverhoging te ontgaan en men werkt dan mee aan die groei. In tegenstelling daarmee zal men bij deflatie het kopen van een goed of investeren voor innovatie of additionele capaciteit liever uitstellen, men weet immers dat de prijs het volgend jaar lager zal zijn en wacht dus liever af. Inflatie is dus prijsverhoging en geldontwaarding, deflatie is prijsverlaging en geldopwaardering. In de marge even opgemerkt dat voor de staat inflatie als bijkomend voordeel heeft dat de staatsschuld in real worth daalt, terwijl bij deflatie het omgekeerde het geval is.

Of nu werkelijk het koopgedrag zo sterk zou worden beinvloed wordt door sommige economen wel in twijfel getroffen, de meeste aankopen moeten toch gebeuren en kunnen niet worden uitgesteld, zodat het effect minder is dan gedacht. Algemeen ziet men als oorzaak voor inflatie dat de vraag het aanbod overstijgt waardoor als gevolg van de marktwerking de prijzen zullen gaan stijgen. Bij deflatie ziet men het tegenovergestelde, de vraag is kleiner dan het aanbod waardoor de prijzen zullen dalen.

Lees verder op De Dagelijkse Standaard