Daar gaat weer een stuk soevereiniteit zonder inspraak van burgers: de Energie Unie

Europese Commissie wil inspraak in energiedeals met sterke landen en wil voortaan aan tafel zitten bij de onderhandelingen die EU-landen voeren met grote energieleveranciers als Rusland. Dat voorkomt volgens Europees Commissaris Sefcovic (Energie Unie) dat lidstaten de speelbal worden van machtige regeringsleiders als Poetin.

De grotere rol die de Commissie vraagt bij de inkoop van energie is een van de meest omstreden voorstellen in haar woensdag gepresenteerde plan voor een Europese Energie Unie. Een soortgelijk idee van de vorige Commissie werd in 2012 door de lidstaten van tafel geveegd als ongewenste inmenging met nationale bevoegdheden. Sefcovic hoopt dat de landen dit keer akkoord gaan, nu afgelopen jaar duidelijk is geworden hoe Poetin de westerse afhankelijkheid van Russisch gas gebruikt als wapen in de strijd rond Oekraïne.

De lidstaten hoeven alleen achteraf – na het sluiten van een gascontract met landen buiten de EU – de Commissie te informeren over de inhoud. Bij eventuele strijdigheid met Europese wetten moet de Commissie dan naar het Hof van Justitie in Luxemburg om veranderingen af te dwingen, een tijdrovende en complexe zaak.

‘De Commissie moet in het onderhandelingsteam zitten’, zei Sefcovic woensdag in antwoord op vragen. Hij wil openheid over de prijs van het gas, de hoeveelheden en de voorwaarden. Niet alleen om schending van de EU-wetten te voorkomen, maar ook om ‘ongepaste druk’ van de gasproducenten tegen te gaan. Om deze bevoegdheid te krijgen, heeft Sefcovic de instemming van de lidstaten en het Europees Parlement nodig.

Lees verder op de Volkskrant

Lees ook dit uitstekende artikel over dit onderwerp in het FD

Alles kan in Griekenland

Het is 2010 en de Griekse elektriciteitsmarkt lijkt zich te open. Hoera, privé-initiatieven die voor concurrentie zorgen, waardoor er goedkopere elektriciteit op de markt komt!

Ik ben er zelf ook voor gevallen: we zijn in 2010 overgestapt van DEH naar Hellas Power. De andere concurrent heette Energa. Het waren de dagen dat ik nog naief was. In 2012 viel het doek over beide elektriciteitsaanbieders, officieel omdat ze niet konden optornen tegen de almacht van DEH. Daar was zeker iets van waar, want DEH voerde naar Europese normen oneerlijke concurrentie: het bedrijf bezit namelijk het hele proces van elektriciteit opwekken tot het brengen bij de eindgebruiker. Zelfs de bruinkoolmijnen zijn in handen van de gigant.

Na het verdwijnen van de bedrijven Hellas Power en Energa, bleek dat ook hun eigenaars, jonge Griekse zakenlieden die de lifestylebladen sierden, niet meer te vinden waren. Ze hadden het geld dat hun klanten aan “charatsi” moesten betalen, in eigen zak gestoken en met de aldus vergaarde 250 miljoen maten ze zich een levensstijl aan die op heel wat belangstelling van de rioolpers kon rekenen. Even was er sprake van dat de klanten van de bedrijven de charatsi opnieuw zouden moeten betalen aan de overheid. Het geld zouden ze nadien dan terugkrijgen nadat de regering het van de playboys had weten terug te vorderen. Zo ver is het nooit gekomen en gelukkig maar.

Want binnenkort komt de zaak voor het gerecht en de woordvoerder van Nea Dimokratia (en bij uitstek van de regering) Makis Voridis, advocaat, zal de verdediging van de twee op zich nemen. Nog even ter herinnering: Voridis is in zijn jeugd nog voorzitter van EPEN geweest, de partij die door juntaleider Papadopoulos is opgericht toen die laatste in de gevangenis zat. De voorganger van Voridis bij EPEN was Nikos Michaloliakos, de huidige leider van Gouden Dageraad. Voridis is salonfähig gemaakt bij LA.O.S. en mag nu dus dit soort dingen doen bij het Nea Dimokratia van Antonis Samaras. Hij kan dit ook allemaal heel goed combineren, naast zijn talrijke televisieoptredens.

Lees verder op de weblog van Bruno Tersago

Energie splijt Europa

Door het Oekraïneconflict klinkt de roep om een gezamenlijk energiebeleid steeds luider in Europa. De verdeeldheid tussen lidstaten is echter groot.

Dat blijkt uit de voorstellen waar landen mee komen in de aanloop naar de Europese energietop van juni. Het landsbelang staat nog altijd voorop. In navolging van Polen kwam het Verenigd Koninkrijk afgelopen week met een reeks voorstellen. Europa kan volgens de Britse premier Cameron afkicken van zijn verslaving aan buitenlands gas, olie en kolen als het vol inzet op schalie­gas, kernenergie en duurzame energie — drie stokpaarden van het Britse energiebeleid. Kolen moeten van Cameron in de ban, wat haaks staat op de voorstellen die de Poolse premier Donald Tusk eerder deed. Polen wekt 90% van zijn stroom op met kolencentrales en wil daarom juist een quotum instellen voor het gebruik van kolen uit Europa, want eigen kolen eerst.

Tusk doet verder in Europa veel stof opwaaien met zijn pleidooi voor een energie-unie. Als antwoord op de dominantie van Rusland op de Europese gasmarkt wil hij een gezamenlijke inkooporganisatie voor Russisch gas optuigen. Zo kan Moskou landen die erg afhankelijk zijn van Russisch gas niet meer benadelen.

De Poolse premier kreeg bijval van onder meer zijn Hongaarse ambtgenoot Viktor Orban en Joschka Fischer, oud-minister van buitenlandse zaken van Duitsland en voorstander van een federaal ­Europa. Zelfs eurocommissaris voor energie Günther Oettinger vindt dat er een eind moet komen aan de grote prijsverschillen, al laat hij zich niet uit over het idee van een energie-unie. Maar er is ook grote kritiek. ‘Collectief gas inkopen zou gekkenwerk zijn’, zegt David Buchan van de Britse denktank The Oxford Institute for Energy Studies. Buchan noemt zo’n operatie een heikele klus, omdat de vraag naar gas in Europa hoogst onzeker is doordat gesubsidieerde groene stroom gascentrales steeds vaker uit de markt drukt. ‘Gas inkopen voor alle landen vergroot het risico op foute inschattingen van prijzen en de hoeveelheid gas die ­Europa nodig heeft.’

Los daarvan botst een gaskartel, aldus Buchan, met de Europese regels voor mededinging.

Lees verder op Het Financieele Dagblad

Het economisch zelfbedrog van Nederland

Meer dan vijftig jaar heeft Nederland ver boven zijn stand geleefd. We hadden met zijn allen niets in de gaten. We voelden ons als een van de modernste en beschaafdste landen van de wereld en meenden iedereen te moeten vertellen hoe het moest. Nederland als Gidsland.

Sinds de crisis in 2008 dringt het langzaam tot ons door dat er iets niet klopt, dat het fundament onder onze samenleving niet zo stevig is als gedacht. Jarenlang waren we van mening dat onze economie wel zonder de maakindustrie kon. Nederland moest namelijk een diensten- en kenniseconomie worden. Wie zich nog bezig hield met de maakindustrie, het maken van technische producten, werd voor gek verklaard, die hoorde thuis in het museum. De ene Nederlander werd de consultant voor de andere. Gevolg? Geen investeringen meer in technisch onderwijs en nauwelijks geld voor onderzoek en ontwikkeling. Weg maakindustrie.

Sinds de crisis weten we dat omringende landen, met name Duitsland, die hun maakindustrie wel trouw zijn gebleven en daarin fors zijn blijven investeren, het economisch aanmerkelijk beter doen dan wij. Nu is Nederland in last en menen enkele opportunistische politici dat we wel even een technologische inhaalslag zullen maken. Opnieuw een staaltje van grote zelfoverschatting.

Lees verder op Citareg