Een Portugese bankier verdient €45 miljoen per jaar, betaalt € 373 duizend belasting en als het fout gaat splitst hij Europa een bonnetje van € 4,9 miljard in de maag. We kunnen niet anders zeggen dan: slim gespeeld. Ontmoet de familie Espírito Santo.
Leest eerst deel een (optioneel) en deel twee (wel doen).
Dit verhaal gaat een beetje lijken op dat van Spiros Latsis, de Griekse miljardair die van Jan-Kees de Jager en kornuiten ruim 5 miljard euro kreeg zonder dat hij het nodig had. De bank van Latsis, genaamd Eurobank (slim gekozen) maakte tot 2008 veel winst met risicovolle beleggingen. Belasting betaalde hij niet in de EU, hij was immers een genaturaliseerde Zwitser. Hij had en heeft in Griekenland wel zoveel macht, dat hij zich niet aan de wet hoeft te houden maar de wet wel aan hem.
In 2010 had Eurobank, door verliezen op hoogrentende Griekse leningen, staatssteun nodig. Latsis, een boezemvriend van José Manuel Barroso, voorzitter van Europese Commissie, kreeg een boterzachte redding aangeboden. Later ging zijn bank alsnog onderuit, maar door de tijdelijke redding had hij van Europa de ruimte gekregen om zijn belang tegen gunstige voorwaarden te dumpen. Latsis financiert overigens ook het ‘eurakel’ Guy Verhofstadt die graag nog meer bankenunie wil. Dat eerste (het financieren) begrijpen we.
Griekenland beloofde vervolgens om de schade, die Latsis bij de Europese redders had veroorzaakt, terug te betalen. Door de bankenredding ging de Griekse staatsschuld dus omhoog. Om die af te lossen kondigde Athene draconische bezuinigingen, ook op zorg en onderwijs, aan en verkocht het versneld bezittingen, zoals vastgoed en zelfs complete eilanden.
Daar zat een groot stuk land bij, een voormalige luchthaven, aan het strand bij Athene. Hoewel twee jaar geleden nog op het dubbele getaxeerd, ging het een paar maanden geleden voor de helft over de toonbank. In de haast van de ‘firesale’ ging Athene akkoord met een lagere koopsom, onder druk van Europa. Een internationaal consortium van investeerders legde het aankoopbedrag op tafel en profiteerde zo goed van de crisis.
Welke Griekse bankier stond er aan het hoofd van dat consortium? Juist, diezelfde. Latsis had dus nog wel ergens een appeltje voor de dorst bewaard. De les die we hier leren is: elke bankenredding is per definitie weggegooid geld. De vrager van de noodsteun heeft altijd wel een potje, voorbeelden te over. Maar als dat niet wordt aangesproken, omdat Noord-Europa zo lief is voor de kosten op te draaien is dat prima. En zo ging het ook in Portugal.