Wat is het leven dat ‘de Europeaan’ moet willen?
Moet de Europeaan plichtsgetrouw tot zijn 67e jaar 40 uur in de week hard werken, in de hoop een mooi huis te kunnen kopen en een fraaie nieuwe auto? Maar niet te vroeg, want hij dient toch eerst een appeltje voor de dorst op te bouwen? Dus kan hij maar beter na zijn pensionering over de wereld gaan reizen, als beloning voor 50 jaar hard werken? En zijn kinderen een paar ton nalaten, als hij die niet nodig heeft gehad tijdens zijn brave, productieve leven?
Of moet hij dagelijks een lange siësta nemen, ’s avonds op een terrasje genieten van de intredende koelte, met familie of vrienden en een glas goede wijn, terend op een staatsbaantje van een familielid dat niet echt veel om het lijf heeft, en een zeer bescheiden eigen inkomen uit zijn tomatenkasje? Moet hij bijtijds met pensioen op zijn 55e om nog ruim van zijn oude dag te kunnen genieten? Waarbij een flinke auto, een mooi huis in een goede buurt, reizen naar China, en een flinke nalatenschap niet binnen bereik komen?
Iedereen herkent hierin natuurlijk de wat aangescherpte cultuurverschillen tussen noord en zuid Europa.
De vraag wat de Europeaan moet willen is uiteraard een verkeerde. Want dat mag die Europeaan natuurlijk gewoon zelf weten, zult u zeggen. Daarbij: er is veel te zeggen voor beide levenswijzen, maar de tweede lijkt toch meer met “leven” te maken hebben dan de eerste. Wie zijn wij om die keuze voor anderen te maken?!
Maar dat idee over een vrije keuze is een grote misvatting. Binnen de Eurozone leggen de Noord-Europese landen op dit moment dwingend hun levenswijze op aan de zuidelijke landen. Met voorspelbaar dramatische gevolgen.