De economische voordelen van handelsverdrag TTIP zijn beperkt. Daarover waren een TTIP-criticus — Robert Went, econoom van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid — en een TTIP-voorstander — Arend Jan Boekestijn, columnist — het maandagavond, opvallend genoeg, eens. Het voorgenomen vrijhandelsverdrag tussen de VS en Europa (Transatlantic Trade and Investment Partnership) was onderwerp van discussie in het programma Newsroom van BNR nieuwsradio op 15 juni jl.
Volgens Arend Jan Boekestijn, docent Geschiedenis van Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Utrecht, valt er in economisch opzicht weinig te winnen met TTIP. ‘De handelstarieven tussen de VS en Europa zijn al heel laag, dus daar valt niet veel voordeel meer te behalen.’ Boekestijn is wel voorstander van TTIP, maar om een andere reden. ‘Vanuit geopolitiek perspectief is het van belang dat de VS en Europa de handen zoveel mogelijk ineenslaan, om tegenwicht te kunnen bieden aan Rusland en China.’
Went ziet ook weinig economisch voordeel, maar is het niet eens met Boekestijns geopolitieke argument. Went: ‘Het wordt steeds duidelijker dat er maar weinig economische groei en werkgelegenheid valt te winnen met TTIP. Je ziet dat voorstanders het nu daarom over de geopolitieke boeg gooien, maar ook daar slaat men de plank volledig mis. China en Rusland moet je niet buitensluiten, maar juist omarmen. Samenwerking is veel beter voor handel en economische groei dan uitsluiting. Bovendien gaat China gewoon zijn eigen gang, kijk naar de eigen investeringsbank die ze hebben opgezet en hun grote infrastructuurfonds.’