Driekwart van de westerse banen zijn ‘bullshit-jobs’

In iedere organisatie wemelt het ervan: onzinbanen. Topbestuurders die bezig zijn met overnames en fusies, managers die beleidslijnen uitzetten of dingen vernieuwen vanwege het vernieuwen, onderknuppels die veranderingen verkopen, administratief ondersteunen of juridisch regelen.

In 2013 lanceerde de antropoloog David Graeber de term bullshit-jobs. Ongeveer driekwart van al het werk dat in de westerse maatschappij wordt gedaan is niets meer dan zinloze tijdsvulling en draagt niets bij aan een betere wereld. Daaronder behoort het leeuwendeel van de banen in het management, financiële dienstverlening, communicatie, marketing en administratie. Mensen met onzinbanen zijn sterk vertegenwoordigd in de kletsende klasse die excelleren in de media.

Slechts een kwart van de banen levert producten en diensten waar daadwerkelijk behoefte aan is. Die kunnen, zoals de schoonmakers of treinmachinisten, de hele boel ontregelen met een staking. Als bankiers, juristen of pr-mensen dit doen zal niemand er erg in hebben.