De haat naar Europa

De haat richting Brussel is doorgeslagen, maar de Europese democratie moet flink veranderen, wil het project op lange termijn overleven.

Zakkenvullers. Corrupte bende. EUSSR! De haat richting de Europese Unie is niet van de lucht. Veel van het geklaag en de krachttermen is van hetzelfde slag als de boze burger over Den Haag spuit. Maar als het om Brussel gaat, is het een slagje erger. Zeker in deze Europese verkiezingstijd.

Als EU Watcher – freelance onderzoeker gevestigd in Brussel – bevind ik me tussen twee werelden. Enerzijds loop ik rond in de ‘eurobubble’, de kongsie van Europees Parlement, Commissie, maatschappelijke organisaties, duizenden lobbyisten, journalisten en ander loslopend wild. Een fantastische wereld waar ik me als ‘verkenner van de nieuwe wereld’ als een kind in een snoepwinkel voel. Hier wordt geschiedenis gemaakt – eurocrisis, Oekraïne, handel, interne markt, energie – you name it.

Aan de andere kant sta ik continu in contact met mensen die niet dagelijks met de EU bezig zijn. Burgers, jongeren, ambtenaren, lezers en leken. Ik discussieer met ze op Twitter, geef mijn mening op opiniepagina’s (zoals laatst in de NRC), modereer verkiezingsdebatten en houd presentaties over wat in Brussel allemaal gebeurt.

Wat me steeds weer opvalt is dat de eurobubble alle kenmerken van de befaamde Haagse kaasstolp heeft. Intern gericht, genoegzaam en zelfvoldaan, de ‘inwoners’ zijn afhankelijk van elkaar, en geluiden van buiten dringen nauwelijks door.

Lees deze column door Joop Hazenberg verder op RTL Nieuws