De euro blijft. Wen er maar aan

De afgelopen 300 jaar verdwenen honderden geldsystemen door hyperinflatie of monetaire herstructureringen. Sommige valuta bestonden maar een paar maanden. Andere bijna 200 jaar.

De oude vertrouwde gulden voert de lijst van langstlevende valuta aan. Met de omwisseling naar de fysieke euro in 2002 kwam er een einde aan een monetaire ‘loopbaan’ van 188 jaar. Deze gulden was de meeste tijd keurig goudgedekt en tot ver in de jaren tachtig betaalden we gewoon nog met guldens en rijksdaalders die voor 72 procent uit zilver bestonden. Een slimme Texelse ondernemer vertelde me onlangs dat hij jarenlang alleen de onedele munten bij de bank inleverde en alle zilveren munten uit de kasstroom filterde om in melkbussen te bewaren. Slim: zilveren guldens zijn nu ruim 2 euro waard, op basis van de huidige zilverprijs. Over geldontwaarding gesproken. De heimwee naar de gulden is, mede door de eurocrisis, goed te begrijpen. Maar of we dat nu leuk vinden of niet, de euro blijft.

Ik moet denken aan een discussie over het lot van de euro met vriend Thierry Baudet zo rond 2010. De eurocrisis was net uitgebroken omdat Griekenland failliet dreigde te gaan. Ik stelde dat het onvoorstelbaar was om binnen vijftien jaar te stoppen met de euro, een prestigieus politiek project. In het wereldwijde financiële systeem, met de wendbaarheid van een supertanker, is men liever ten hele verdwaald dan dat ten halve gekeerd. Onverstandig, maar wel de realiteit. Thierry hield vol dat een terugkeer naar de afzonderlijke oude succesvolle munten technisch goed mogelijk moest zijn. Klopt, maar in de financiële en geopolitieke wereld gelden andere wetten dan die van de normale logica. Zaken als eergevoel en politieke opportuniteit blijken meestal leidend. De euro is er niet gekomen omdat burgers of bedrijven dat zo handig vonden, maar omdat de Duitse eenwording voor de Fransen alleen acceptabel was als Duitsland de sterke D-Mark (54 jaar oud) zou opgeven.

De enige bedreiging voor de euro is van electorale aard. Alleen als er in een belangrijk EU-land een anti-EU-partij aan de macht zou komen, zou een schakel kunnen breken. Maar dat risico is (voorlopig?) vooral van theoretische aard. Zolang in ons land Wilders geen absolute meerderheid in de Kamer krijgt, is het bijvoorbeeld vrijwel ondenkbaar dat zijn anti-eurohouding tot een terugkeer naar de gulden leidt. Een zeer brede regenboogcoalitie is aannemelijker dan dat Den Haag Wilders de sleutel van de kluis overhandigt.

Dat betekent niet dat we geen grote monetaire veranderingen gaan meemaken.

Lees deze column van Willem Middelkoop verder op RTLZ