Het aanbod van Cameron om samen te werken met de EU als die de Unie hervormt, zou Nederland moeten toejuichen. We kunnen Cameron zelfs een handje helpen
Engeland heeft de afgelopen verkiezingen voor Engeland gekozen. Zo analyseert Politico, het kort geleden in Europa gelanceerde politiek medium, de afgelopen Britse parlementsverkiezingen. Volgens Politico zijn de Conservatieven gezwicht voor de electorale verleiding van het nationalisme, wat zijn vruchten heeft afgeworpen. Het is echter geen achterlijk nationalisme wat de Britten in hun greep heeft.
Op veel vlakken is het Europese project namelijk losgeslagen. De harmonisatie binnen de Unie breidt langzaam maar zeker uit, terwijl er weinig oog is voor de problemen die dit met zich meebrengt. Zo berichtte de Financial Times dat ambassadeur George Osborne namens de Britse regering naar Berlijn afreist. Een van de gespreksonderwerpen zal uitkeringstoerisme zijn. Het Verenigd Koninkrijk kent geen systeem van sociale premies, zoals Duitsland, dus iedere Europese immigrant heeft op grond van het vrije verkeer van goederen recht op dezelfde uitkeringen. Dit drukt flink op de begroting. Dat de Britten dit soort problemen eindelijk aan willen pakken, mag geen nationalisme heten.
Het aanbod van de zojuist herkozen Conservatieve premier David Cameron aan de Europese Unie is daarom helemaal niet zo gek. Hij legt de EU een keuze voor. Sowieso organiseert Cameron een ‘in or out’-referendum voor het eind van 2017. Als de EU meewerkt met Cameron en de Unie hervormt, zal de Conservatieve leider campagne voeren om in de Europese Unie te blijven. Als de hervormingen mislukken of te weinig verstrekkend zijn, voert Cameron campagne voor het verlaten van de EU.
In Brussel wordt dit ervaren als chantage. Dat is onterecht. De overdracht van soevereiniteit van lidstaten naar de Europese Unie wordt namelijk niet meer gedragen door grote delen van de volken in Europa. Dit is niet alleen af te zien aan de opmars van eurosceptische partijen als de United Kingdom Independence Party, het Front National en, van eigen bodem, de PVV. Ook zijn de gevestigde partijen veel kritischer geworden op het Europese project.