Brenninkmeijer: ‘De Europese Rekenkamer is een bot wapen geworden’

Alex Brenninkmeijer nam vorig jaar afscheid van zijn functie als Nationale Ombudsman om toe te treden tot het college van de Europese Rekenkamer. Leden worden doorgaans niet geacht interviews af te geven, maar daar heeft Brenninkmeijer geen boodschap aan: ‘Ik moet nog maar ontdekken wat de grenzen hier zijn.’

De grote vraag is hoe lang Alex Brenninkmeijer het in Luxemburg gaat uithouden. De voormalige Nationale Ombudsman maakt de komende zes jaar deel uit van het 28 leden tellende college van de Europese Rekenkamer. Een instituut dat 140 miljard euro aan Europese subsidiegelden controleert. Een instituut waar niemand in Europa ontzag voor heeft. ‘Sisyfusarbeid’ noemde het Luxemburgse collegelid Henri Grethen zijn werkzaamheden ooit. De Europese Rekenkamer rolt haar steen de berg op, maar moet elke keer machteloos toekijken hoe deze, zodra de top bereikt is, naar beneden valt. Om vervolgens opnieuw te beginnen.

Een nieuwe werkelijkheid voor de idealist Brenninkmeijer (1952) die zijn leven naar eigen zeggen in het teken van rechtvaardigheid heeft gezet. Hij is iemand die graag de media opzoekt en zich vol in het publieke debat mengt. Zijn toon altijd even charmant, zijn woorden vaak vernietigend. Dat zijn ze in Luxemburg, waar de Europese Rekenkamer is gevestigd, niet gewend. Collegeleden als Brenninkmeijer worden geacht niet met de pers te praten. Kritische vragen dienen naar de president te worden doorverwezen.

Lees dit artikel van Anne de Blok en Jessica de Vlieger verder op Follow the Money