EU-cijfergoochelaars

Als Geert Wilders zo tégen Europa en de euro is, had hij zijn PVV uit de verkiezingen voor het Europese Parlement kunnen terugtrekken. Dát was een statement geweest dat klonk als een klok. Daarmee had hij het bewijs geleverd de neus op te trekken voor de regelneven in Brussel. Maar de keuze tussen status en principes is ook voor hem te moeilijk gebleken.

Holland gleed af van een wereldmacht naar een ministaatje met kruideniersmentaliteit. Wij krijgen 26 van de 751 EU-zetels (3,5 procent). Dat handjevol verdelen we héél democratisch over 10 partijen. Dan versnipperen we het beetje invloed dat we kunnen doen gelden ook nog eens over tien éénmans-fracties als “De Piratenpartij” of “Jezus leeft”, en er blijft gemiddeld 0,03 procent invloed per zetel over. Die kabouterpartijen hebben in de EU natuurlijk niets in te brengen en sluiten zich noodgedwongen aan bij de andere kabouters of leveren zich over aan de groten. Want wat de Europese Volkspartij (EVP) met 265 zetels en de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten met 184 zetels vinden, geeft de doorslag.

Pagina’s vol wordt er gespeculeerd over één zeteltje meer of minder dan concurrenten, nota bene uit eigen land, na het definitieve telresultaat. Spaart u Airmiles? U kunt ze inruilen voor een plaats op de kieslijst. Het is je reinste kleuterschool-gedoe.

Het “One country – one vote” model zou de macht wel eens bij de kleine landjes kunnen neerleggen. Dat is wel democratisch op EU-niveau, maar destijds onbespreekbaar voor de grote vijf: West-Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Spanje en Italië; met later Polen erbij, de grote 6. Het degressief proportioneel vertegenwoordigend systeem werd het criterium.

Hereniging van Oost- en West-Duitsland levert dan een berg zetels (99) op; ze kunnen goed rekenen in Berlijn en het spreekwoord “De cost gaet voor de baet uyt” zou daar bedacht kunnen zijn. Een Poolse Paus zorgde voor een geboorte-explosie in overwegend Rooms Katholiek (90 procent!) Polen.

Spanjaarden en Italianen zijn ook niet vies van een groot gezin. Allen tezamen met de UK goed voor 424 zetels. Op mijn telraam is dat een absolute meerderheid. De rest speelt een figurantenrol of levert sprekende poppen als voorzitters van een paar commissies of van het Parlement als pleister op de wonde. Daar mogen die, zoals Anouchka van Miltenburg in onze 2 Kamer, de volgorde van de sprekers bepalen.

Lees dit artikel van Peter Beszelsen verder op De Telegraaf

Frankrijk heeft ballen

Wij hebben Hans van Baalen. Die zegt in een interview met De Telegraaf dat Rutte ballen heeft. Maar die heeft zijn ballen bij de PvdA neergelegd. Politici schuiven elkaar de bal toe. En zo lijkt politiek steeds meer op een spelletje balletje-balletje: Waar zijn de euro’s gebleven? Ik houd steeds meer van Frankrijk. Al was het alleen maar voor de naam van de aanvoerder van dat land.

In datzelfde interview bekent VVD-europarlementariër Van Baalen dat het in Brussel en Straatsburg met die Fransen kwaad kersen eten is. “Frankrijk let namelijk vooral op de politieke belangen van het eigen land”, klaagt Van Baalen. Chapeau!

Frankrijk heeft ook een stevige vinger in de pap bij de verkoop van haar kroonjuweel Alstom. Deze fabrikant van de oer-Franse TGV-treinen ziet monsieur Hollande liever naar een Europese partner als het Duitse Siemens verhuizen, dan naar het Amerikaanse General Electric.

“Mag hij zich niet mee bemoeien!” roepen de marktwerkers. “Je m’en fous!” (“Kan me niet bommen”) steekt Hollande de rechter-wijsvinger op. In veel directies van Franse topbedrijven wordt de maat geslagen door ex-regeringsfunctionarissen. Chapeau plus diepe buiging!

Ik pleit voor Hans Klok in het Europees Parlement. Onze mondiale meester-illusionist sluit zich onmiddellijk aan bij de kaartclub van president Hollande. Daar leert hij hoe je als grote mogendheid de illusie kan wekken dat je meedoet aan een landenclub, maar intussen je troeven achter de hand houdt en richting het Elysée-paleis laat verhuizen. Engeland en Duitsland hebben daar ook zo’n handje van. Eigenbelang eerst. De kleintjes mogen meepraten, maar beslissen kunnen ze niets.

Lees deze column van Peter Beszelsen verder op De Telegraaf