Het nieuwe kabinet maakt de weg vrij voor de gekozen burgemeester. De vier formerende partijen scharen zich achter de grondwetswijziging die dat mogelijk maakt. Daardoor is de vereiste tweederde meerderheid in zowel Tweede als Eerste Kamer verzekerd, omdat ook voldoende oppositiepartijen voorstander zijn. Hoe de burgemeestersverkiezing daarna gaat verlopen, gaat het kabinet nog uitwerken.
Onder Rutte II is al een eerste stap gezet naar de gekozen burgemeester. Het initiatiefwetsvoorstel van D66 ’tot deconstitutionalisering van de aanstelling van de burgemeester’ is in 2015 bij gewone meerderheid door beide Kamers gekomen. Maar een grondwetswijziging vereist twee stemronden, met tussentijds verkiezingen. Nu die op 15 maart hebben plaatsgevonden en het nieuwe kabinet aantreedt, moeten beide Kamers zich in de ’tweede lezing’ opnieuw achter het voorstel scharen, dan met tweederde meerderheid.