Provincialen weten het zeker: tijd voor méér EU

Chris Aalberts van The Post Online is bij de plenaire zitting van het Comité van de Regio’s en doet verslag.

Het is woensdagmiddag 15.00 uur in het Europees Parlement. Vandaag vergadert op deze plek het Comité van de Regio’s, de officiële EU-adviesinstelling voor lokale en regionale overheden. Het is in veel opzichten een belangrijke dag. Niet alleen komt het Comité van de Regio’s niet zo vaak bij elkaar, er is ook hoog bezoek: de president van de Europese Raad, Donald Tusk, spreekt het Comité toe. Dat levert een intrigerend schouwspel op.

De voorzitter van het Comité – Markku Markkula – neemt het woord: het is een eer dat Tusk er is. De EU wordt geconfronteerd met allerlei uitdagingen: de economische groei stagneert, de vluchtelingencrisis moet worden opgelost en burgers zijn door recente aanslagen bang voor terreur. Dit alles heeft het populisme in de hand gewerkt. Ook vinden steeds meer mensen dat de grenzen dicht moeten. Schengen is in gevaar!

Het is inmiddels een opmerkelijk lange inleiding, aangezien de leden dachten dat Tusk het Comité zou toespreken. Maar Markkula gaat nog even verder: Schengen is de grootste prestatie van de EU en mag niet verloren gaan. De vluchtelingencrisis moet gezien worden als een kans. Er moet gewerkt worden aan politiek leiderschap, solidariteit en Europese “win-win-partnerschappen”. Er moet niet minder maar beter Europees beleid komen, verplichte spreiding van migranten en een aanpak van radicalisering. Hard applaus.

Lees verder op TPO

Geef de Grieken dan gewoon direct gelijk

Hoe ironisch moet het voor de Grieken zijn dat de twee ministers van Economische Zaken van de twee machtigste eurolanden juist nu gezamenlijk in een opiniestuk pleiten voor een sociale Europese Unie? Zouden minister Varoufakis en premier Tsipras ergens in Athene in een kamertje tegen elkaar staan roepen: ik word gek, ik word gek!?

Sociaaldemocraten Sigmar Gabriel (Duitsland) en Emmanuel Macron (Frankrijk) bepleiten een Europese Unie waarin het kwijtschelden van staatsschuld mogelijk is, een unie waarin anticyclisch begrotingsbeleid (lees: niet bezuinigen of belasting verhogen tijdens een crisis) mogelijk is, ook al heeft een land dikke schulden. Want „dit voorkomt schadelijke sanering van de overheidsfinanciën wanneer landen onhoudbare schulden hebben”.

Pardon? Dit is grofweg gelijk aan het betoog van de huidige Griekse regering. Met deze inzichten kunnen Duitsland en Frankrijk de Grieken direct veel meer gelijk geven in de lopende onderhandelingen over de zoveelste ronde van schuldhulp. Ze kunnen Europa verlossen van deze klucht zonder einde. Iets in mij zegt dat dit niet zo zal geschieden.

Is dit een Duits-Franse schuldbekentenis? Sinds de problemen in 2010 ontstonden, adviseerden economen een deel van de onhoudbare schuld van de Grieken kwijt te schelden, om streng te zijn (saneren!) maar niet te streng. Dit omdat het weinig zin heeft een land de afgrond in te werken en vervolgens te verwachten dat het al z’n schulden kan terugbetalen. Duitsland en Frankrijk wilden er niet aan. Voortschrijdend inzicht is niet iets om cynisch over te doen. Maar als de twee heren deze inzichten niet per direct gebruiken om in hun kabinetten hartstochtelijk te bepleiten de Grieken veel meer tegemoet te komen, dan is cynisme wel degelijk op zijn plaats.

In het opiniestuk stond meer waarbij ik mijn wenkbrauwen optrok. Zo spreken de twee over het in ere herstellen van denken in het Europees belang. „We moeten een manier vinden om Europese belangen niet meer verschillend te laten lijken van nationale belangen.”

De twee zijn voor gezamenlijk sociaal beleid (minimumloon, regels rondom werknemers) en gelijke belasting op bedrijven. Reden: dit voorkomt dat bedrijven landen tegen elkaar uitspelen door zich te vestigen in die landen met de minste regels en de laagste belasting. Klinkt logisch. Maar tegelijk ontneemt het kleine eurolanden de mogelijkheid te concurreren met de groten zoals Duitsland. Ja, er moet geen race naar de bodem ontstaan. Ja, het is prima dat er discussie is over belasting die wellicht te bedrijfsvriendelijk is in Nederland en Ierland. Maar alles harmoniseren is het andere uiterste. Het is bovendien iets wat Duitsland en Frankrijk al heel lang willen, meer om de concurrentie uit te schakelen is mijn indruk, dan vanwege sociale inzichten.

Lees deze column van Marike Stellinga vandaag verder in NRC Next

Komend halfjaar: Meer EU!

Eurozone In Nederland hebben we het er liever niet over: meer bemoeienis van Europa. Een Duitse en Franse politicus willen dat wel. Meer Europa zou economische en sociale problemen oplossen.

Terug van weggeweest: het in Duitsland en Frankrijk graag gevoerde, maar door Nederlandse politici gevreesde debat over méér Europa. Met een opiniestuk in enkele Europese kranten, waaronder The Guardian, Die Welt en Le Figaro, heropenen de Duitse vicekanselier Sigmar Gabriel en de Franse minister voor Economische Zaken Emmanuel Macron de discussie over verdere integratie. Niet in alle 28 EU-landen, maar wel in de 19 landen van de eurozone.

Een oplossing van de Griekse crisis is volgens de twee sociaaldemocraten niet genoeg om de euro overeind te houden. Volgens Gabriel en Macron kent de huidige architectuur van de Economische en Monetaire Unie „ernstige zwakheden”. Die zouden ervoor hebben gezorgd dat de eurolanden economisch uit elkaar zijn gegroeid, dat de werkloosheid te hoog is en dat de politieke spanningen binnen en tussen landen zijn toegenomen.

Hun wenkend perspectief, een „economische en sociale unie”, omvat een paar gevoelige ideeën: Europees sociaal beleid, Europese belastingheffing, nieuwe Europese instituties. De eurozone nieuwe stijl moet beter beleid en meer stabiliteit opleveren. Ook willen ze meer Europees gevoel kweken: elke jongere moet op Erasmus-uitwisseling kunnen.

Een officieel Frans-Duits regeringsvoorstel is dit niet. Bij beide ministers speelt profileringsdrang mee: Gabriel leidt coalitiepartij SPD en de ambitieuze 37-jarige Macron wil hogerop. Ook willen de twee, als sociaaldemocratische vrienden, graag een progressief geluid laten horen.

Maar tegelijkertijd past het opinieartikel in een patroon: de toekomst van Europa staat weer op de agenda. EU-leiders praten eind deze maand op een top in Brussel over een „diepere” monetaire unie. Vooruitlopend op de top hebben de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Franse president François Hollande samen een notitie geschreven die geheim is, maar waaruit het Duitse weekblad Die Zeit citeert.

Ook daarin is de teneur: meer integratie, maar alleen in het eurogebied, niet in de rest van de Europese Unie. Een Europa van twee snelheden dus. Merkel en Hollande bepleiten onder meer sterkere bevoegdheden voor de Europese Commissie voor economisch beleid in de eurozone.

De terugkeer van de discussie over de toekomst van Europa komt net op het moment dat het Verenigd Koninkrijk overweegt de Europese Unie te verlaten. De Britten houden er in 2017, of misschien al volgend jaar, een referendum over. Voorstellen voor een sterkere eurozone hoeven niet per se een probleem te zijn voor de Britten: zij hoeven als niet-euroland niet mee te doen. Maar de Frans-Duitse plannen kunnen door eurosceptische tabloids ook anders worden uitgelegd: als beginnende Europese superstaat waar je als Brit niks te zoeken hebt.

Wat staat er precies in de voorstellen van Gabriel en Macron?

» Economische en sociale unie
Dit is het meest sociaal-democratische element van het opiniestuk. De twee bepleiten „het samengroeien, waar nodig, van sociaal beleid en belastingen” in de eurozone. Met „overeenkomende, maar niet noodzakelijk gelijke minimumlonen” – een taboe, omdat sociaal beleid, en zeker het minimumloon, nu nationaal wordt geregeld. Ook Merkel en Hollande noemen volgens Die Zeit het minimumloon in hun voorstellen.

» Aparte begroting voor eurozone, via eurozonebelasting
Macron en Gabriel spreken voorzichtig van een „begrotingscapaciteit” voor de eurozone, naast de EU-begroting en de nationale begrotingen. Met de eurozonebegroting zou de economie moeten worden gestimuleerd „in lijn met de economische cyclus”. Waar moet het geld vandaan komen? Uit een eurozonebelasting, stellen de twee voor. Dat kan door een deel van een (nu nog nationale, maar dan Europees geharmoniseerde) bedrijfsbelasting aan de eurobegroting af te staan.

» Een Europees IMF
De eurolanden hebben al een noodfonds opgetuigd voor landen die in de problemen zitten, het ESM, waarin 500 miljard euro zit. In het Frans-Duitse plan wordt dit nu uitgebouwd tot een „volwaardig Europees Monetair Fonds”, zoals het Internationaal Monetair Fonds. Dit fonds heeft meer macht om zelfstandig, zonder bemoeienis van lidstaten, op te treden.

» Eurozoneparlement
Bij meer politieke beslissingen op eurozoneniveau hoort democratische controle, vinden de twee. Ze stellen voor om binnen het Europees Parlement een „groep” op te richten die alleen beslist over eurozaken. Ook Merkel en Hollande stellen zo’n miniparlement voor de eurozone voor.

» Iedereen op Erasmus
Veel studenten in het hoger onderwijs studeren een tijdje in een ander Europees land, het befaamde Erasmus-programma dat als een van de successen van de Europese samenwerking geldt. Macron en Gabriel willen nu „elke Europeaan die de leeftijd van 18 bereikt” de kans geven om een over de grens te kijken. Voor studie of stage.

Bron: NRC

Er komt meer Europees beleid, of u dat nou wilt of niet

Er stonden die dag in maart zo’n tweehonderd demonstranten voor het Europees Parlement in Straatsburg. De privatisering van het railvervoer werd besproken en dus hadden Franse vakbonden hun leden opgetrommeld om lawaai te komen maken. Er waren ook een handjevol demonstranten uit België en Duitsland aanwezig.

Een aantal Europarlementariërs kwam luisteren naar de zorgen van de demonstranten. De meesten liepen echter meteen naar binnen: demonstraties voor het Europees Parlement zijn immers een terugkerende vorm van folklore. Sommige Europarlementariërs waren zo weinig geïnteresseerd dat ze niet eens moeite deden om interesse in de demonstratie te veinzen of om een inhoudelijk antwoord te geven op vragen van demonstranten. De demonstratie haalde niets uit en de nieuwe regels kwamen er toch.

Nu steeds meer beleid op Europees niveau wordt gemaakt, is het Europees Parlement als volksvertegenwoordiging steeds belangrijker geworden. Het is de plaats waar over veel meer regels wordt besloten dan in Den Haag, maar daar is in termen van publieke aandacht niets van te merken. Journalisten blijven er veelal weg, demonstranten gaan vooral naar Den Haag en burgers blijven bij Europese verkiezingen thuis. Europarlementariërs behoren tot de meest onbekende politici.

De invloed van Europarlementariërs is groot, maar die van burgers in Europa zeer beperkt. Verreweg de meeste burgers doen geen moeite een urenlange treinrit naar Brussel of Straatsburg te maken om daar te demonstreren. In 2014 nam slechts een minderheid de moeite om te stemmen. Wat hebben die stemmers daarmee in gang gezet? Hoewel politici en gesubsidieerde organisaties nog steeds doen alsof de burgerinvloed op Europa groot is, is daar praktisch niets van te merken. Zij hebben alleen in theorie gelijk.

Lees deze column van Chris Aalberts verder op The Post Online

De oplossing van Kroes: meer coördinatie vanuit Brussel

Europa moet tot een veel ambitieuzere economische agenda komen. Koudwatervrees voor overdracht van bevoegdheden aan Brussel is daarbij volstrekt onnodig. Dat zegt eurocommissaris Neelie Kroes in een interview met De Telegraaf.

‘Voor die structurele hervormingen is een gemeenschappelijke discipline nodig’, zegt ze in navolging van president Mario Draghi van de Europese Centrale Bank. Ze steunt daarmee, tegen de lijn van haar eigen VVD in, zijn oproep zaterdag voor meer economische coördinatie vanuit Brussel.

Lees verder op de Volkskrant