Leaked: what David Cameron really told Van Rompuy and the EU leaders last week

It’s well known that David Cameron voted against Jean-Claude Juncker and tried to persuade his EU colleagues to do the same.

Thanks to today’s Mail on Sunday, we know exactly how forceful the Prime Minister was in warning and rebuking his fellow leaders. According to leaked reports, an angry Mr Cameron threw Herman Van Rompuy, outgoing EU chief, out of Downing Street following an argument over Juncker:

‘If it is to be Juncker, I insist on a formal vote,’ said Cameron

Mr Van Rompuy blinked: ‘I will decide how the vote is conducted.’

Mr Cameron: ‘You must guarantee there will be a proper vote.’

Mr Van Rompuy: ‘I have said I will decide that.’

Mr Cameron’s face flushed with frustration: ‘I don’t want you saying “anyone who agrees with David raise your hands?” after I have spoken. I want a vote, and the names recorded.’

Still, Mr Van Rompuy sat on the fence.

Mr Cameron finally snapped: ‘If you won’t give me that assurance, there is no point in continuing this meeting.’

Mr Van Rompuy glanced at his chief of staff, sitting next to him, then across to Mr Cameron, and finally at the floor.

The Prime Minister’s later exchange with his fellow EU leaders was no more cordial. Cameron warned they were making a grave mistake by backing Juncker, which would bring the EU into disrepute:

‘Some people are bringing the EU into disrepute by saying one thing in public and another in private. Let me tell you bluntly, you will regret this. Britain has a problem with Mr Juncker because of his federalist views. He does not mean anything to people in Britain. They don’t know him. How could they? He has never campaigned there.’

‘This time it is our problem. But next time, it will be you. Anyone round this table who has a strong objection to an EU President will be trapped. By giving away the power of leaders to defend their national interests you, too, will be powerless to act.’

Lees verder op The Spectator

Strategische Agenda EU: ‘doormodderen’!

De nota ‘Strategic Agenda for the union in times of change’ van de voorzitter van de Europese Raad, Herman van Rompuy, is uitgelekt.

Deze nota, die wordt gepresenteerd als Verklaring van de Raad, wordt morgen in de Raad van regeringsleiders besproken tijdens de laatste vergadering vóór het zomerreces. Deze vergadering vindt niet zoals gebruikelijk plaats in Brussel, maar in het dorpje Ypres, ter nagedachtenis aan de Eerste Wereldoorlog, een eeuw geleden. Vandaag op DDS een voorbeschouwing. Welke koers wil Van Rompuy met de Europese Unie inslaan?

Laat ik beginnen met te zeggen dat ik een grote waardering heb voor de kleine Belg. Niet vanwege zijn politieke ideeën, maar vanwege zijn ‘rustige vastheid’, zijn talenkennis en -vooral- zijn vermogen om tegengestelde belangen te overbruggen en om te zetten in breed gedragen compromissen. Dat is absoluut een kwaliteit, die slechts weinigen gegeven is. Daarmee was hij ook de ideale voorzitter van de, soms tot op het bot verdeelde, Raad. Maar laten we eerlijk zijn, voor wie België heeft kunnen leiden, is het leiden van de Europese Raad natuurlijk de spreekwoordelijke ‘peuleschil’. Hiermee houdt mijn waardering voor de Belg echter op. De koers die Van Rompuy ook nu weer voor de EU heeft uitgestippeld mist de steun van de volken van de Unie, mist de nodige zelfkritiek over wat er de afgelopen jaren allemaal mis is gegaan, maar mist bovenal een oplossing voor de eurocrisis: de structurele weeffout van de euro blijft gehandhaafd. Er worden heel veel mooie, maar weinigzeggende, woorden gesproken, maar daar kopen de Europese burgers helegaar niets voor, papier is geduldig.

Lees dit artikel van Jean Wanningen verder op De Dagelijkse Standaard

Brusselse bubble

De president van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, heeft zijn politieke testament geschreven. Europa in de storm heet het. Daarin verhaalt de Belg van de turbulente vergaderingen waaraan hij tijdens de eurocrisis leiding gaf.

De portee van het verhaal is dat de Europese regeringsleiders de afgelopen jaren voor het eerst pas echt hebben ervaren wat het zeggen wil om deel uit te maken van een muntunie. En dat ze – zij het met veel vallen en opstaan, en zij het niet altijd met evenveel enthousiasme – uiteindelijk het ‘noodzakelijke’ hebben gedaan om de euro en daarmee het Europese project te redden.

Zo heet het op pagina 47: ‘Vandaar dat een nieuw systeem van macro-economisch toezicht deel uitmaakt van onze crisisaanpak: het was noodzakelijk dat de Unie beter zou waken over de economieën van de lidstaten, hun competitiviteit, het risico van zeepbellen in de vastgoedsector en andere zwakke plekken.’ En verderop in het boek heten ook bankenunie, reddingspakketten, begrotingspact, Europees Semester, bezuinigingen en hervormingen ‘noodzakelijk’: voor het behoud van onze welvaart op lange termijn, voor onze kinderen en, vooral, voor het redden van de euro.

Hoewel het boek een intrigerende blik biedt op de wijze waarop de crisis vanuit de Brusselse bubble werd ervaren, wordt het ontsierd door een stuitend gebrek aan respect voor politieke tegenstanders en democratische waarden. Wie de noodzaak van verdere integratie niet snapt, is dom en wie terugdeinst voor noodzakelijke besluiten is laf – daar komt het wel zo’n beetje op neer.

In antwoord op criticasters die hem en zijn politieke generatiegenoten gebrek aan politieke moed verwijten, schrijft Van Rompuy bijvoorbeeld: ‘In de laatste jaren kwam ik danig onder de indruk van de moed die regeringen opbrachten, van hun bereidheid om zwaar onpopulaire maatregelen te nemen in tijden van toenemend populisme… Ze kozen niet de weg van de demagogen of lafaards, maar ze verkondigden moedig de waarheid en ze verdedigden moeilijke maatregelen in het belang van hun land en de eurozone. Ze waren er volkomen van overtuigd dat ons gemeenschappelijke gevecht tegen de crisis een waardig hoger belang diende, omdat het de enige weg vooruit was.’

Deze passage is om meerdere redenen onthutsend. Ten eerste vanwege de associatie van ‘moed’ met ‘onpopulair’. Van Rompuy legt hier een zeer dubieus verband tussen de kwaliteit van een politicus (‘moedig’) en de aard van zijn besluiten (‘onpopulair’). De ware politicus laat zich kennelijk niets gelegen liggen aan de wens van het volk. Sterker, ‘in tijden van toenemend populisme’ kant hij zich juist tegen electorale wensen. In mijn boekje heet dat een dictator.

Lees deze column van Ewald Engelen verder op De Groene

Van Rompuy: “We kunnen de hele Balkan lid van de EU maken”

Als afzwaaiend Europees president Herman Van Rompuy mag dromen, zal “het hele Europese grondgebied buiten Rusland op termijn op een of andere manier betrokken zijn bij de EU”. Dat zegt hij in een interview in De Standaard. “Of daar bij de publieke opinie grote steun voor is, weet ik niet. Maar toch doen we het.”

In zijn boek ‘Europa in de storm’ schetst en verdedigt Herman Van Rompuy de aanpak van de economische crisis in Europa. Toch rakelt hij tijdens het interview in De Standaard opnieuw het idee op van “de mutualisering van schulden via euro-obligaties”. “Dat zou de economische en monetaire unie compleet maken. Maar ik vind dat dit er alleen kan komen als er voldoende convergentie is tussen de landen op vlak van economie en begroting. Anders begaan we weer dezelfde fouten, waarbij landen geen inspanningen doen omdat ze goedkoop kunnen leven.”

Van Rompuy verwacht niet dat dat er op korte termijn zit aan te komen. “We zijn nog niet ver genoeg gevorderd, en de geesten zijn er niet rijp voor. Zelfs mijn opvolger zal daar niet veel vooruitgang in kunnen boeken.” Hij vindt het concept van ‘de Verenigde Staten van Europa’ evenmin een realistisch scenario. “En daar moeten we ook niet naar toe. Europa zal altijd iets specifieks blijven. Litouwen zal nooit Oregon zijn, Hongarije zal nooit Arizona zijn.”

En dan permitteert Van Rompuy zich toch even om te dromen. “Ik denk dat we de hele Balkan vroeg of laat lid van de EU kunnen maken. Bij Georgië, Moldavië en Oekraïne is het perspectief op lidmaatschap niet aan de orde, maar we gaan hen dichter bij Europa betrekken. Of daar bij de publieke opinie grote steun voor is, weet ik niet. Maar toch doen we het. Het hele Europese grondgebied buiten Rusland zal op een of andere manier betrokken zijn bij de EU, hetzij als lid hetzij via allerlei akkoorden. Dat vind ik nog altijd een enthousiasmerende gedachte.”

Lees verder op De Morgen