Wanhopig roepen weldenkenden de politiek en het volk op om in godsnaam de waarheid te respecteren in het debat. Maar er is niet één waarheid over complexe zaken als arbeidsmarkt of vrijhandel. Met dogmatische eenzijdigheid is ons aangepraat dat die er wel is, met veel ellende tot gevolg. De sociale wetenschappen hebben het aan zichzelf te danken dat inmiddels zo’n beetje álles ter discussie wordt gesteld.
Ken je dit? Je staat voor een belangrijke beslissing waar je maar niet uitkomt. Je ligt er van wakker, je zoekt raad bij vrienden, maar iedereen zegt iets anders dus dat helpt je niet verder. Weet je wat? Een lijstje met plussen en minnen, dat moet uitkomst bieden! En dan ga je die plussen en minnen tegen elkaar afwegen, en kom je automatisch tot een weloverwogen, rationele keuze.
Of dit ook werkt? Bij mij meestal niet. Uiteindelijk kies je toch op gevoel. Het lijkt wel eens of wie je echt bent, eerder het gevolg is van keuzes die al voor een belangrijk deel vast stonden dan het tegendeel: dat jij als rationeel individu met een vaste identiteit bewust keuzes maakt. Zo is het denk ik ook. Lijstjes om beslissingen te rationaliseren zijn eigenlijk een laffe manier om te vluchten voor die ene grote vraag: wat wil je nou écht?
Volgens mij geldt dat ook voor collectieve beslissingen. Natuurlijk, feiten zijn feiten en analyseren is goed, maar uiteindelijk komt het vooral neer op de vraag wat we nou eigenlijk willen met z’n allen. En ja, dan doet gevoel er ook toe. Het is letterlijk onmenselijk om te doen of gevoelens, sentimenten, woede, wensen er niet zijn of niet mogen zijn. Sommigen zijn daar echter heel bang voor. Ze menen dat er maar één echte waarheid is en dat je die verstandelijk kunt duiden. Ze spreken vol afschuw van post truth politics. Maar daarmee miskennen ze volgens mij de menselijke aard. De beroemde filosoof Karl Popper leerde ons al dat mentale processen, ervaringen en emoties óók onderdeel zijn van de realiteit.
Maar er is meer.