De ontwrichtende burger komt onstuitbaar naderbij

Terwijl van de burger steeds meer zelfstandigheid wordt verwacht, wordt zijn keuzevrijheid nog steeds beperkt door de overheid en publieke diensten. Dit zal leiden tot een sluipende sociale omwenteling, zo stelt Steven de Waal van denktank Public SPACE.

Overal in de wereld ontstaan opstanden die worden versneld door het gebruik van moderne sociale media onder burgers. Het meest zichtbaar was dit in de zogenaamde Twitter-revoluties in 2011 in Egypte en Libië, die leidden tot de val van de dictators Moebarak en Al-Khadafi. Dit suggereert dat de burger met sociale media een nieuw machtsmiddel in handen heeft. Hoe pakt dat in Nederland uit voor de relatie tussen de burger en zijn overheid en de publieke diensten?

Een echte politieke opstand ligt hier niet voor de hand. De publieke omstandigheden in Nederland zijn vaak goed en de bestuurlijke elite vertoont geen dictatoriaal gedrag. Integendeel, Nederland kent eerder een bescheiden, goedwillende elite, die nadrukkelijk aansluiting bij ‘het volk’ zoekt. Het Nederlandse volk is ook vrij braaf. Volgens peilingen heeft het een groot vertrouwen in overheid en collectieve regelingen. Veel burgers zijn vooral druk met ‘hun eigen leven’ en politiek niet erg geïnteresseerd. Er is weinig drang om zelf politiek actief te zijn. De politicus staat op allerlei rangordes van maatschappelijke status onderaan, samen met autoverkopers en bankiers.

Voor de politiek en de bestuurlijke elite is dit gebrek aan belangstelling persoonlijk niet prettig, maar wel geruststellend. Beter een burger die met de rug naar je toe druk bezig is met zijn smartphone dan een die met gebalde vuist op je afkomt.

Lees verder op het Financieele Dagblad (na gratis registratie) >>>

De woedende burger

De euro is mislukt, maar dat wil de Europese Unie niet toegeven. Intussen woedt er een veenbrand van woedende burgers.

Niet alleen in de zwaar getroffen Zuid-Europese landen heerst woede over het gevoerde beleid uit Brussel, ook in de meer ontwikkelde eurozonelidstaten en in EU-landen als Groot-Brittannië sluimert een grote onderhuidse ontevredenheid over de gang van zaken. Die ontevredenheid betreft niet alleen het ondemocratische karakter van de Europese instellingen, maar ook de halve waarheden en hele leugens waarmee de eurofederale droom in stand gehouden wordt. Alsof goed geïnformeerde burgers gek zijn. Zij die weten hoe het werkelijk zit en het wagen vraagtekens te plaatsen bij de munt, worden door de voorstanders van de euro meestal niet serieus genomen. Het lijkt wel een geloof, die euro en EU; wie terechte kritiek heeft wordt verketterd, weggezet als ‘populist’ of op zijn best genegeerd. Maar daarmee is de onvrede niet weg, sterker, een dergelijke houding van de eurofielen versterkt de onvrede bij de eurokritische burger slechts.

Vertegenwoordigers van het grootbedrijf, zoals VNO-NCW, roepen om het hardst dat de euro goed is voor onze welvaart en werkgelegenheid, terwijl iedereen die kan luisteren en lezen weet, dat we thans te maken hebben met recordwerkloosheid en structurele koopkracht-vermindering van burger en (midden-)bedrijf. En beiden worden veroorzaakt door de euro. Maar wat zijn dan toch die voordelen van de euro (geweest)? Als je voorstanders van de euro daarnaar vraagt, komt men vaak niet veel verder dan ‘lekker makkelijk, nu hoeven we geen geld meer te wisselen bij de grens’. I kid you not, ik hoorde dat afgelopen dinsdag nog bij een eurodebat in Den Haag.

Lees dit artikel door Jean Wanningen verder op De Dagelijkse Standaard