Er is veel loos met het TTIP vrijhandelsverdrag

In Brussel vond deze week een nieuwe onderhandelingsronde over het vrijhandelsakkoord met de Verenigde Staten (TTIP) plaats. Wij willen waarschuwen voor de ingrijpende gevolgen van dit project voor een trans-Atlantische vrijhandelszone.

Omdat de trans-Atlantische markt al sterk is vrijgemaakt, handelt het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) maar in beperkte mate over de verlaging van tarieven of de vrijmaking van nieuwe markten. De onderhandelaars hopen vooral welvaartswinst te boeken door de afbouw van niet-tarifaire belemmeringen. Het gaat onder meer over test- en erkenningsregels voor het op de markt brengen van medicijnen of cosmetica, over sanitaire procedés of over conformiteitsvereisten voor de veiligheid van machines of consumentengoederen die voor de VS en de EU telkens verschillend zijn.

De EU en de VS hebben de ambitie om van het akkoord een ‘gold standard agreement’ te maken, waarmee ze op enkele terreinen de wereldwijde norm kunnen bepalen. Om de publieke opinie gunstig te stemmen heeft de Europese Commissie nogal onhandig de vermeende voordelen van een akkoord in de schijnwerpers gezet. Een door de Commissie bestelde impactstudie voorspelt op basis van heel optimistische uitgangspunten in de doorgedreven afbouw van niet-tarifaire belemmeringen, een extra groei van 0,5 procent over tien jaar. Dat komt neer op 0,05 procent groei per jaar – statistisch verwaarloosbaar dus.

Elke vorm van regelgeving werd daarbij als een kost aanzien, met de ecologische of de sociale winst van heel wat regelgeving werd geen rekening gehouden. Op basis van de impactstudie communiceerde de Commissie dat het TTIP een winst van 545 euro per gezin kon opleveren, waarbij winst voor multinationals onmiddellijk vertaald werd in inkomensgroei van een gemiddeld gezin.

Een impactstudie op basis van een econometrisch model van de Verenigde Naties laat heel andere en veel minder positieve resultaten zien : een vermindering van de netto-export en het bruto binnenlands product (bbp), een verlies van jobs en arbeidsinkomen, en een desintegratie van de Europese markt door de sterkere handelsstromen met de VS. Vooral inzetten op meer export blijkt dus duidelijk niet de gouden weg uit de crisis.

Er is meer loos met het TTIP. Onder grote druk van het middenveld moet de Commissie keer op keer bevestigen dat niet geraakt wordt aan de publieke dienstverlening zoals de meeste EUlanden die kennen. Toch staat privaat (hoger) onderwijs en private gezondheidszorg op de lijst van te liberaliseren diensten. Wordt de aantasting van onze publieke diensten zo niet langs de achterdeur binnengehaald?

En wat te denken van het Investorto-State Dispute Settlement mechanism (ISDS), waarover de gesprekken nu wel stilliggen en waar de Europese publieke opinie zich als nooit tevoren massaal negatief over uitsprak . Waarom lobbyt de Europese Commissie, zelfs na dit signaal, onverdroten voort om een gelijkaardig handelsakkoord met Canada (CETA) waarin datzelfde ISDS-mechanisme vervat zit, door de Raad van Ministers te laten goedkeuren?

Lees verder op De Tijd