Het Europees Parlement moet de lijst met leden van een omstreden pensioenfonds openbaar maken. Het bestuur van het parlement weigerde die te publiceren, omdat daarmee de privacy van de parlementariërs geschonden zou worden. Maar een rechtbank in Luxemburg heeft bepaald dat de lijst toch moet worden vrijgegeven.
De NOS heeft jaren geëist dat de namen van de deelnemers bekend worden, zodat duidelijk wordt of parlementariërs hun positie gebruiken om zichzelf te verrijken. De parlementariërs bepalen zelf de hoogte van het pensioen, zonder dat ze daar verantwoording over hoeven af te leggen. Verder is in het verleden belastinggeld uit de lidstaten gebruikt om tekorten in het fonds aan te vullen. Om die redenen is er al jaren discussie over het zogenoemde Vrijwillig Pensioenfonds.
Bijna tien jaar geleden vroeg de NOS voor het eerst om de lijst van leden van het Vrijwillig Pensioenfonds. In 2005 beloofden Nederlandse Europarlementariërs in een speciale ‘gedragscode’ dat ze niet langer gebruik zouden maken van deze riante regeling.
Om te controleren of alle Nederlanders hun deelname inderdaad hadden beëindigd, vroeg de NOS aan het eind van dat jaar om de ledenlijst. Het parlement wilde die toen niet openbaar maken. Twee jaar geleden wees een rechter in Luxemburg het verzoek af. De NOS ging toen niet in beroep, maar diende een nieuw verzoek in.
De Finse en Zweedse regering en het Europese college voor bescherming van persoonsgegevens steunden de NOS bij die procedure. Ook zij vonden dat de gevraagde informatie openbaar moest worden.