Kan er een referendum komen over de intrekkingswet van de Wet raadgevend referendum?

In het regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst van VVD, CDA, D66 en CU van oktober 2017 staat: “De Wet raadgevend referendum wordt ingetrokken”. Zou je over de intrekking van de Wet raadgevend referendum nog een referendum kunnen houden? Heel waarschijnlijk niet.

Zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat de intrekkingswet raadgevend referendum een uitgestelde inwerkingtredingsbepaling zou kennen, en dus niet onmiddellijk na bekendmaking inwerking treedt (onmiddellijke inwerkingtreding is de regel) lijkt dat niet voor de hand te liggen. Onze Grondwet bepaalt (art. 87) dat een wetsvoorstel een wet wordt nadat het is bekrachtigd door de regering. Dat gebeurt meestal onmiddellijk na het aannemen van het voorstel door de Eerste Kamer. Gebruikelijk is de wet daarop ook direct inwerking te laten treden (onmiddellijke inwerkingtreding, dus aansluitend op de bekendmaking van de wet met inachtneming van de termijnen van de Bekendmakingwet). De regering, die kennelijk van de wet af wil, zal daar zeker op aan sturen.

Wim Voermans: Afschaffen referendum slecht signaal naar kiezer

De kans is groot dat de formerende partijen in Den Haag een streep zetten door het raadgevend referendum. D66 zou referenda, zoals bij het Oekraïneverdrag, niet meer zien zitten en nu vol willen inzetten op de gekozen burgemeester. Volgens Wim Voermans is dit het werk van een ‘slechte verliezer’.

Bij het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne stemde 61 procent van de kiezers tegen het verdrag. Politieke partijen zijn daar erg van geschrokken en willen van het middel af. In de onderhandelingen over een nieuwe coalitie zou het ook over het referendum gaan.

“Een slecht idee, dat afschaffen”, zegt Wim Voermans, hoogleraar staatsrecht. “Om na een onwelgevallige uitkomst de wet in te trekken is op zijn minst onsportief. Dit is pure paniekvoetbal van de politiek.”