‘Ooit was ik op een Europese top en we moesten even wachten voordat we konden beginnen. Twee christendemocratische premiers spraken zo vriendelijk met elkaar dat ik vroeg: ‘Kennen jullie elkaar al lang? Ze waren eind veertig. Ze keken elkaar aan en zeiden: ‘We hebben elkaar ontmoet toen we 16 waren, op zomerkamp in Zuid-Frankrijk. Dat werd georganiseerd door jonge christendemocraten voor toekomstige leiders’, vertelde oud-president van Tsjechië Vaclav Klaus tegen Elsevier. Klaus wil ermee aantonen dat de Europese politici een klef gezelschap zijn, een soort kliek. ‘De Europese elite is genetisch een andere soort’.
De liberaal-conservatieve Klaus is een zeer scherpe criticus van de Europese Unie. Hij ziet het als een platform van een elite om het volk onvrij te maken, door het ‘goede leefwijzen’ op te leggen.
De vooraanstaande Tsjech is voor meer samenwerking tussen Europese staten maar tegen verdere eenwording, unificatie. Hij zou de naam van de EU dan ook willen wijzigen in de OES, Organisatie van Europese Staten.
Klaus wilde niet te innig worden met andere politici. ‘Ik haatte de Kameradschaft door meteen voornamen te gebruiken. Voor mij was het meneer Lubbers of meneer Verhofstadt. Zij zeiden Vaclav.’
De eurosceptische Klaus noemt de Nederlandse politici die hij ontmoette erg pro-Europees. ‘Tijdens mijn politieke carrière heb ik altijd zaken moeten doen met Nederlanders die pro, erg pro Unie waren en niet kritisch of sceptisch. Lubbers kende ik vrij goed. Hij was een aardige man en op veel gebieden heel Nederlands, pragmatisch. Maar pratend over Europese zaken was hij voor mij een fanatieke Europeaan.’ Met Balkenende kon Klaus ‘niet goed opschieten’.
De Tsjech was ‘gechoqueerd’ toen Nederlandse en Franse politici de negatieve uitkomst van de referenda in 2005 negeerden en de Europese grondwet vier jaar later toch invoerde. Klaus: ‘Hoe kan dat?’