Piketty signaleert gevolgen, niet oorzaken

Columnist Hans de Geus kreeg onlangs de tip om huisjesmelker te worden. Hij slaat het advies – mede dankzij Joseph Stiglitz en Michael Hudson – in de wind. ‘Misschien zie ik gewoon de Titanic eerder op het ijs lopen.’

…‘Wat jíj met je geld moet doen? Koop een flatje en zet er twee studenten op! Je vangt de hoofdprijs aan huur en ze gaan er altijd na een paar jaar weer uit.’ Dit advies werd me toegeslingerd door een uitbater van een aantal cafés in mijn buurtje, een ondernemer wiens nuchtere kijk op geldzaken ik altijd hoog aansla. Daar zat ik dan. Al zou ik vijftig RTL beurspraatjes in één scherpe zin condenseren, dan nog kan ik qua puntigheid en realiteitszin aan zo’n advies niet tippen.

Ik hoor het steeds vaker: mensen kopen stenen om te verhuren. Hoe lager de rente, hoe aantrekkelijker dat is, want 1) het alternatief, sparen, levert niets op en 2) geld bijlenen om de investering te realiseren kost bijna niets. Het is een spel zonder nieten, met als slagroom op de taart dat ook de prijs van het object nog eens stijgt in waarde, omdat zoveel mensen dit tegelijk aan het doen zijn en zo de prijzen opdrijven. Het rendement ligt gewoon op straat. Of eigenlijk, aan de straat.

Dief van je eigen portemonnee om niet aan dit spel mee te doen. Er is één kleine voorwaarde: je moet geld hebben. Niet héél veel geld – met een tonnetje kun je wel van start – maar dat moet je wel toevallig hebben liggen. Heb je dat niet, dan ben je gedoemd tot het tegenovergestelde: als suffe huurder de hogere lasten voor je kiezen nemen, omdat de beleggers nu eenmaal hun rendement moeten halen. De lage rente maakt het voor hen ondertussen onmogelijk om fatsoenlijk te sparen om aan hun bezitskant aan te pikken in de vermogens-rat-race.

Lees verder op Follow The Money

Bill Gates adviseert: lees Piketty

De Franse econoom Thomas Piketty, die waarschuwt voor de toenemende ongelijkheid in de wereld, krijgt bijval uit onverwachte hoek. Bill Gates, de op één na rijkste man ter wereld, recenseerde zijn boek, en blijkt het eens te zijn met de belangrijkste conclusies.

Piketty groeide dit jaar, dankzij de publicatie van ‘Kapitaal in de eenentwintigste eeuw’, uit tot de meestbesproken econoom van het moment. Hele opiniekaternen zijn er volgeschreven over zijn onderzoek.

Volgens Piketty is een tendens naar toenemende ongelijkheid ingebakken in het kapitalisme, omdat het rendement op kapitaal hoger is dan de economische groei. Dat de verschillen in rijkdom gedurende een groot deel van de twintigste eeuw kleiner werden, is een historische uitzondering, niet de kapitalistische regel, zo laten de data van Piketty zien.

De hype rondom het boek bereikte ook Bill Gates, die het op aanraden van vrienden las. “Ik ben blij dat ik dat gedaan heb”, zo schrijft hij op zijn blog. “En ik moedig jullie aan om het ook te lezen.” Gates is het eens met de belangrijkste conclusies van Piketty, zo schrijft hij. Drie stellingen die hij expliciet onderschrijft: een hoge mate van ongelijkheid is een probleem voor de democratie, kapitalisme heeft geen zichzelf corrigerend mechanisme om die ongelijkheid tegen te gaan, en overheden kunnen wel een rol spelen bij het terugdringen van ongelijkheid.

Maar wacht even, denkt de lezer dan. Dat Bill Gates een rol ziet weggelegd voor overheden is mooi, maar voelt de man die volgens de laatste schatting van Forbes goed is voor zo’n 79 miljard dollar, zich ook niet persoonlijk aangesproken door de argumenten van Piketty?

Lees verder op Trouw

Wie laat de rijken betalen?

Het boek van econoom Thomas Piketty over toenemende ongelijkheid in de westerse wereld is nu al een klassieker. Maar kunnen we ook concreet beleid putten uit zijn magnum opus?

Piketty beseft trouwens zelf heel goed dat een wereldwijde vermogensbelasting misschien nu nog niet zo realistisch is. Maar zijn voorstel valt wel in een trend vermogens in ieder geval weer ter discussie te stellen. Zelfs het International Monetair Fonds heeft gedachten over een ‘Global Wealth Tax’. Het idee dat bij het fonds leeft is iets anders: een eenmalige heffing van 10 procent op grote vermogens, om de kosten van de financiële crisis te betalen. Dat is nog geen voorgenomen beleid, er wordt slechts op gestudeerd. Niettemin is het een signaal dat de internationale opinie op dit gebied langzaam aan het verschuiven is.

Beleidsmakers hoeven niet te wachten tot de wereld klaar is voor zo’n vergaande stap. Er zijn genoeg andere, pragmatischer, opties om iets aan de ongelijkheid te doen. Volgens Dean Baker, directeur van het Amerikaanse Center for Economic and Policy Research zit de gereedschapskist van beleidsmakers vol genoeg om de verhouding tussen kapitaal en arbeid weer enigszins de andere kant op te trekken.

Lees deze column van Esther Bijlo verder op Trouw