Poolse toestanden bij de NPO

Alvorens de Polen de les te lezen, moeten we eens kritisch kijken naar de bemoeienis van de Nederlandse staat met onze eigen publieke omroep, zegt Nico van Eijk, hoogleraar media- en telecommunicatierecht aan de Universiteit van Amsterdam.

Het gaat niet goed met de publieke omroep in Polen, zo lazen we de afgelopen dagen in de media. Nieuwe wetgeving geeft de Poolse overheid vergaande bevoegdheden die de onafhankelijkheid in gevaar brengen. Zo kunnen voortaan het bestuur en de raad van toezicht door de overheid worden benoemd.

Nu gebeurt dat nog door een onafhankelijker orgaan, de nationale omroepraad. Ook zou de publieke omroep weer meer een staatsorganisatie moeten worden. Internationale organisaties van journalisten, maar ook de Europese Unie en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) staan zeer kritisch tegenover deze ontwikkelingen.

In Nederland gaat het ook behoorlijk de verkeerde kant op. De Eerste Kamer besteedde in december een hoorzitting aan nieuwe mediawetgeving en stelde daarbij de onafhankelijkheid van de publieke omroep aan de orde. Het wetsvoorstel waarin de inhoudelijke bemoeienis met de publieke omroep verder toeneemt, is aangehouden. Staatssecretaris Dekker moet eerst met een betere uitleg komen.

De onafhankelijkheid van de publieke omroep in Nederland is al langer een probleem. De Mediawet schiet schromelijk tekort in het beschermen van de onafhankelijkheid. Om maar even de situatie met Polen te vergelijken: de raad van toezicht van de publieke omroep wordt gewoon rechtstreeks door de staatssecretaris benoemd.

Tijdens de discussie in de Eerste Kamer werd terecht de vraag opgeworpen of de nieuwe voorzitter van de raad van toezicht, Bruno Bruins, wel voldoende onafhankelijk is. Bruins is voorzitter van de raad van bestuur van het UWV die rechtstreeks verantwoording aflegt aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Lees verder op de Volkskrant

Oppositie in Polen krijgt zijn verdiende loon

De nieuwe machthebbers vertimmeren de staat in hoog tempo. Brussel en de oude elite zijn boos. „In veel families woedt nu een koude oorlog.”

‘Mijn nichtje begon te huilen toen Recht en Gerechtigheid (PiS) de verkiezingen won.” Aleksandra Rybinska, journaliste voor het rechts-conservatieve weekblad wSieci kijkt geamuseerd op van haar cappuccino in het centrum van Warschau. „Ze denkt dat ze voortaan gedwongen wordt om naar de kerk te gaan.”

Het Poolse oppositiekamp en het buitenland reageren volgens haar „hysterisch” op het offensief dat de nationaal-conservatieve PiS-regering de afgelopen weken losliet op de Poolse staat. Onder de vlag van ‘re-Polonisering’ trok deze in ongekend tempo de controle over het grondwettelijke tribunaal, de publieke omroep, de hoge ambtenarij en staatsbedrijven naar zich toe, zonder respect voor rechtsstatelijke obstakels. Nieuwe controversiële hervormingen, zoals een wet die de macht van de regering over het bureau van de aanklager dreigt te verhogen, staan in de steigers.

„Elegant vind ik het ook niet”, zegt Rybinska. Maar zo gaat dat nu eenmaal in een jonge democratie die verdeeld is tussen liberale seculieren en katholieke nationalisten. Teraz, kurwa, my heet de sfeer van machtswissels: en nu is het onze beurt, verdomme. Onder de pro-Europese regering van het centrum-rechtse Burgerplatform (PO) en de agrarische PSL, was het niet anders, zegt Rybinska. Conservatieve journalisten kregen geen kans.

„Veel van mijn vrienden belandden op straat, we werden niet uitgenodigd op persconferenties.” PiS-stemmers werden weggezet als abnormalen en fascisten of uitgelachen als ‘geitenwollen baretten’, naar de kledingstijl van activistische aartsconservatieve oude dametjes.

Het hoort bij de „pathologie” van de generatie politici die na 1989 de macht verwierf, zegt Rybinska. Ondanks hun tirades tegen oude communisten die nog steeds overal aan de touwtjes zouden trekken, gedragen ook PiS-politici zich volgens haar nog steeds als ‘postcommunisten’ die hun trucjes hebben afgekeken van het regime waartegen ze vochten. „Ik vind het altijd een beetje ongemakkelijk dat ik ze verdedig.” Maar de oppositie lijdt aan dezelfde kwaal. „Dan is dit wat je krijgt als je je tegenstanders acht jaar lang pest.”

Lees verder op het NRC >>>

Ook interessant: De pot verwijt de ketel (audio)