De Europese Commissie die het algemeen belang van de Europese Unie (EU) behartigt, is tegen de ‘South Stream’-gaspijpleiding gekant. De reden is dat de ‘South’- en de ‘Nord Stream’-leidingen samen, Europa voor gasleveringen uit het Oosten volledig van Rusland afhankelijk maken en bovendien Oekraïne als transitland helemaal buiten spel zetten.
Op 22 augustus 2014 en op 6 november 2014 hebben wij er al op gewezen op hoe de Russische pijpleidingdiplomatie er in slaagt de Europese Unie (EU) te verdelen. Lidstaat Bulgarije heeft op verzoek van de Europese Commissie de werken aan de ‘South Stream’-pijpleiding stopgezet. Kandidaat-lidstaat Servië wil met de aanleg ervan op zijn grondgebied voortgaan. De houding van Italië blijft onduidelijk. Italiaanse bedrijven zouden een groot deel van de aanleg voor hun rekening nemen. De bedoeling is, via een gasleiding van 2.500 km, onder de Zwarte Zee door, naar heel wat Europese landen Russisch gas te pompen: Bulgarije, Servië, Bosnië Herzegovina, Kroatië, Hongarije, Slovenië en Oostenrijk.
Op 4 november 2014 bevestigde Viktor Orban, premier van de EU-lidstaat Hongarije, andermaal zijn steun aan het project. De dag voordien amendeerde het parlement de bestaande wetgeving, zodat een maatschappij een pijpleiding kan bouwen zonder vooraf te beschikken over een door de overheid afgegeven vergunning om die ook te exploiteren. De wet gaat aldus voorbij aan het EU-verbod op de aanleg van een gaspijplijn.