Rara waarom vindt het Wereld Natuur Fonds EU-natuurbeleid effectief?

We konden gisteren in De Correspondent lezen dat er alle reden is om blij te zijn met het Europese natuurbeleid. Dit beleid blijkt een groot succesverhaal. Kijk maar naar het toegenomen aantal beschermde natuurgebieden, de enorme hoeveelheid wolven in Europa en de bijna twintig procent van het EU-grondgebied die is erkend als ‘beschermde natuur’. Allemaal dankzij de EU. Met zoveel enthousiasme over EU-beleid moet er wel een addertje onder het gras zitten.

De bron van De Correspondent is de directeur van het Nederlandse Wereld Natuur Fonds (WNF). Bij een publieke consultatie van de Europese Commissie meldde het WNF samen met verschillende andere natuurorganisaties dat bijvoorbeeld de ‘vogel en habitatrichtlijn’ heel belangrijk is. Deze EU-richtlijn is ‘zeer geschikt’ om ‘soorten en leefgebieden te beschermen’ en ‘zeer doeltreffend’ om de natuur te beschermen. Het is slechts een voorbeeld uit een langere lijst. Ook melden deze organisaties dat er ‘nog steeds behoefte is’ aan meer EU-wetgeving op natuurgebied.

Als natuurorganisaties massaal zeggen dat EU-beleid zinvol is, heeft het dan zin daaraan te twijfelen?

Het verhaal van de WNF-directeur is een mooi voorbeeld hoe steun voor EU-beleid kan worden verkregen. Niet de Europese Commissie of het Europees Parlement zegt dat het natuurbeleid een succes is, het zijn onafhankelijke maatschappelijke organisaties die dat doen. Voor veel burgers hebben zulke organisaties een belangrijke signaalwerking: “Ik weet niks van milieubeleid, maar zij zullen wel weten wat goed is.”

Maar GeenStijl liet het gisteren al zien: maatschappelijke organisaties kunnen in de EU-context niet zonder meer worden vertrouwd: ze worden vaak deels door de EU betaald. Officieel is de reden dat het bedrijfsleven veel geld heeft om in Brussel te lobbyen en dat maatschappelijke organisaties daarom op een achterstand staan. Daarom steekt de Europese Commissie er geld in. Zo ontstaat ‘een gelijk speelveld’ en kunnen maatschappelijke organisaties volwaardig meepraten in het Brusselse praatcircuit.

Uit het werk van onderzoeker Christopher Snowden blijkt dat verschillende maatschappelijke organisaties niet eens zouden bestaan als ze niet door de Europese Commissie zouden worden gefinancierd. Een groot aantal milieuorganisaties is financieel gedeeltelijk afhankelijk van de Commissie. Wat schetst onze verbazing? Deze gesubsidieerde organisaties lobbyen in Europa voor beleid waar weinig maatschappelijke steun voor is en waar de Europese Commissie meer steun voor wil: namelijk meer Europese bemoeienis.

Lees dit artikel van Chris Aalberts verder op The Post Online >>>