Op zondag 27 december beloofde minister Ploumen aan tv-presentator Arjen Lubach dat TTIP niet tot een verlaging van Nederlandse standaarden zal leiden. Dit deed zij tijdens de uitzending van het programma 2015 met Lubach. In het bijzonder beloofde zij geen verlaging van standaarden op het gebied van voedselveiligheid en dierenwelzijn. De minister lijkt wanhopig op zoek naar manieren om de wakker geworden Nederlandse en Europese bevolking weer in slaap te sussen. Echter de manier waarop de TTIP onderhandelingen gevoerd worden wijzen op heel iets anders. De toezeggingen van de minister zijn daarom zeer twijfelachtig.
Minister Ploumen beloofde in de uitzending dat standaarden in Nederland niet worden verlaagd, en sterker nog, dat producten en diensten die niet aan de Europese regels voldoen ook in de toekomst niet vanuit de Verenigde Staten op de Europese markt mogen worden verkocht. Als dit waar zou zijn dan kunnen de onderhandelingen voor TTIP vandaag stopgezet worden. Het massaal wederzijds erkennen van wetten, regels en procedures tussen de VS en de EU is namelijk de manier waarop TTIP economische groei probeert te leveren. Het doel van TTIP is om handelsbarrières veroorzaakt door verschillen in wet- en regelgeving op te heffen. Dit blijkt onder meer uit het onderzoek van Ecorys waarop de Nederlandse overheid en minister Ploumen hun beleid baseren. Om tot een schamele 0,5% economische groei te komen moet TTIP de komende 10 jaar 50% van de bestaande barrières ontstaan door verschillen in wet- en regelgeving opheffen. Als we de belofte van Ploumen moeten geloven dat alle huidige Nederlandse standaarden overeind blijven, en we slechts een paar test methodes van elkaar gaan erkennen, dan blijven vrijwel alle handelsbarrières overeind en verdwijnt de (geringe) beloofde economische groei van TTIP als sneeuw voor de zon.
De opzet van de TTIP onderhandelingen laat dan ook zien dat het de onderhandelaars menens is als het gaat om het wederzijds erkennen van elkaars wetten, regels en standaarden en dat zij hele andere plannen hebben dan de minister doet voorkomen.