Er is niet links en rechts, er is het extreme midden en de rest.
Iedereen die links is, kent de totale verbijstering. Het partijprogramma van de PvdA is links. In verkiezingstijd zijn de uitspraken van de PvdA-lijsttrekker links. De rapporten van het Wetenschappelijk Bureau zijn links.
Maar als na de verkiezingen een coalitie –welke samenstelling ook, hoe groot het PvdA-aandeel ook- gevormd is, dan is het beleid rechts. Zo ging het in 1994. Zo ging het in 1998. Zo ging het in 2006. En zo ging het ook na 2012: alsof Polanyi nooit geschreven heeft, dwong Klijnsma bijstandsgerechtigden tot proto-dwangarbeid; alsof multinationals geen fiscale deals sluiten met het Ministerie van Financiën, legde de kamerfractie samen met de PVV per motie vast dat Nederland geen belastingparadijs is; alsof het ISDS niet de natte droom is van het bedrijfsleven, steunt Ploumen TTIP. En Dijsselbloem liet bankiers van SNS Reaal tijdens de redding in 2013 hun bonussen houden maar zaagt Griekse gepensioneerden bij hun knieën af. Natuurlijk, PvdA-leden wisten te voorkomen dat ongedocumenteerden verder gecriminaliseerd worden. Maar als het tegenhouden van één rabiaat rechts plan -hoe noodzakelijk en knap dat verzet ook is – volstaat om als links te gelden, dan stelt links niets voor.
Hoe het gapende gat tussen woord en daad te verklaren? Inderdaad, coalitievorming gaat niet zonder compromissen, niet zonder water in de wijn, niet zonder het bouwen van bruggen, niet zonder over schaduwen heen te springen, niet zonder nuance, niet zonder realiteitszin. Allemaal waar, maar Tariq Ali geeft in zijn recente boek The Extreme Centre een andere verklaring. De verklaring is zijns inziens eigenlijk doodeenvoudig. Sociaaldemocraten handelen niet links, omdat zij niet links zijn. Zo simpel is het.