Brussel heeft een nieuw acroniem gebaard. CMU heet het kreng, of Capital Markets Union – kapitaalmarkt-unie. De zoveelste ‘unie’ van de technocratische tekentafel, na monetaire unie, politieke unie, economische unie, innovatieunie, bankenunie en begrotingsunie. Geen ‘unie’ illustreert beter hoe Brussel denkt en werkt dan de kapitaalmarktunie.
Ga maar na. Toen in de loop van 2007 de Amerikaanse huizenmarkt instortte, dacht iedereen in Europa dat dit een lokale aangelegenheid was. Wie koopt er nou verpakte rommelhypotheken? Alleen Amerikaanse cowboybanken toch? Mis. De grootste financiers van de Amerikaanse huizenzeepbel waren instellingen als Deutsche Bank, Crédit Suisse en ABN Amro. En toen op 15 september 2008 het interbancaire leenverkeer op z’n gat ging, moesten niet alleen Britse en Amerikaanse banken aan het staatsinfuus maar ook Europese.
Schaduwbankieren ging het in het post mortem van de crisis heten. En in 2010 mandateerde de G20 de Financial Stability Board om het schaduwbancaire stelsel – het ecosysteem van juridische entiteiten en brievenbusmaatschappijen dat de grootbanken in de jaren voor de crisis hadden geconstrueerd om toezicht te ontduiken, balansen op te pompen en morsige hypotheken te transformeren tot goudgerande obligaties – in kaart te brengen, door te lichten, te beveiligen.
In 2012 kwam de Europese Commissie met een eigen vervolg in de vorm van een groenboek Schaduwbankieren. Een slappere tekst was nauwelijks denkbaar. Het vatte de rapporten van de Financial Stability Board keurig samen, veegde reeds genomen maatregelen op een hoop om te suggereren dat er al veel was verbeterd en somde een aantal terreinen op waar meer toezicht nodig was: vermogensbeheer, bankentoezicht, de repomarkt, het verpakken van leningen (‘securitisatie’) en ‘bijzondere financiële instellingen’, lees: brievenbusmaatschappijen.
Het valt qua slapte in het niet bij het groenboek over de kapitaalmarktunie dat de commissie op jongstleden 18 februari het licht deed zien. Een wordcloud van het document laat woorden als ‘investeringen’, ‘financiering’, ‘toegang’, ‘groei’, ‘werkgelegenheid’, ‘ontwikkeling’, ‘infrastructuur’ en, vooral, ‘MKB’ groot oplichten. De zeehondjes van de economie worden maar liefst 49 keer genoemd.
Het frame spat eraf: als we groei en banen willen, moeten we investeren in infrastructuur en MKB. En omdat banken niet willen lenen moeten we een alternatief kredietverstrekkingskanaal ontwikkelen, los van banken. Net zoals in de VS, waar de groei dan ook veel hoger is dan in Europa. Zie hier de ratio achter de kapitaalmarktunie.
Ik viel bijkans van mijn stoel toen ik vervolgens op pagina 10 van het groenboek de aanbeveling tegenkwam om in Europa een markt voor degelijke securitisaties (verpakte leningen) te ontwikkelen. Niet alleen is dit een substantieel onderdeel van het schaduwbancaire stelsel dat in 2012 nog als verdacht werd aangemerkt. Ook is dit het absolute tegendeel van een alternatief kredietverstrekkingskanaal. Securitisatie was voor de crisis een van de voornaamste financieringsbronnen van Europese en Amerikaanse grootbanken en heeft zowel hier als daar aan de wieg gestaan van de implosie van 2008. Vooral door het opblazen van huizenzeepbellen.