Nog twee weken en dan gaat het Europees Parlement op reces. In de afgelopen jaren werd werd het vaak juist tijdens het reces onrustig rondom de euro. Dat zou dit jaar zomaar weer eens het geval kunnen zijn. De crisis bij de Portugese bank Espirito Santo lijkt een eerste voorteken. Zoals we vanuit de SP al jaren betogen: de schijnbare rust rondom de euro is bedrieglijk. Er broeit nog van alles. Ik houd mobiel en internet tijdens het zomerreces in ieder geval onder handbereik.
De Banco Espirito Santo is geen hele grote bank en het feit dat deze bank nu in de problemen is gekomen, zou op zich geen grote gevolgen hoeven te hebben. Toch is de rente op Portugal’s lange-termijn leningen gestegen en daalden de koersen op de Portugese beurs met zo’n 4%. Veel ogen van financiële instellingen zijn dan ook gericht op Portugal. Als het immers in Portugal mis gaat, heeft dat al snel een kettingreactie richting andere zwakke eurolanden.
Het feit dat de crisis bij één, niet eens grote bank zo’n effect kan hebben, kan worden verklaard door de onevenwichtigheid in de Portugese economie als geheel. Klom de Portugese economie vorig jaar althans wat groeicijfers betreft, nog een beetje uit het dal, dit jaar is er weer sprake van krimp. De Portugese overheidsschuld staat inmiddels op 129% van het BBP (ter vergelijking: de Europese ‘norm’ is 60%). Dat betekent dat de Portugese regering in moeilijkheden komt, als het op z’n eentje een bank moet redden.