Hoe de lobbygroepen de democratieën in de EU ondermijnen

Uit het laatste rapport van Transparency International naar de gevolgen van lobbypraktijken in 19 Europese landen blijkt dat er “ongepaste politieke inmenging plaatsvindt en er een bijna onbegrensde invloed” van bedrijven op de politiek is, schrijft El Confidential. Slechts zeven landen (Oostenrijk, Slovenië, Frankrijk, Ierland, Litouwen, Polen en het Verenigd Koninkrijk) “beschikken over specifieke lobbywetgeving. Dit gebrek [in andere landen] heeft tot gevolg dat de commerciële belangen een bijna onbeperkte invloed kunnen hebben op het dagelijks leven van de burgers.”

In de studie is onderzoek gedaan naar de lobbypraktijken, transparantie en ethiek in de Europese landen en de drie belangrijkste EU-instellingen (Europarlement, Europese Commissie en Europese Raad). Transparency International heeft ook de verschillende sectoren zoals de tabaks-, alcohol-, automobiel-, energie-, financiële en farmaceutische industrie onder de loep genomen.

De situatie is volgens Transparency International weinig bemoedigend: op grond van de internationale standaarden en beste praktijken voldoen de 19 onderzochte landen tezamen aan slechts 31 procent van de normen. Bovenaan het klassement staat Slovenië met 55 procent, op de laatste plaats staan Cyprus en Hongarije met 14 procent. Italië, Portugal en Spanje, drie eurozonelanden die hard zijn geraakt door de crisis, scoren met respectievelijk 20 procent, 23 procent en 21 procent ook slecht. Volgens het rapport gaat het om landen waar de “nauwe banden tussen de publieke en financiële sector voor een verhoogd risico zorgen”.

El Confidencial is van mening dat “Europa een urgente hervorming wat betreft het lobbyen” nodig heeft. Transparency Internal geeft in het rapport aan dat er in Europa zo weinig regels voor lobbyisten bestaan dat zij “democratieën kunnen ondermijnen”. Bovendien “toetst geen van de Europese landen of instellingen op een adequate wijze de overgang van personen van de publieke naar de private sector”, de zogenaamde “draaideuren”. Dat terwijl zij “de eerste keuze voor lobby-activiteiten vormen”. De Spaanse website noemt als voorbeeld Portugal. Daar wordt sinds 1974 54 procent van de ministersposten bezet door voormalige bankiers. In landen als Frankrijk, Spanje en Portugal mogen parlementariërs aan de slag gaan als lobbyist of adviseur, terwijl zij nog hun publieke functie hebben.

Lees verder op VoxEurop