De Europese Commissie wil met een Europees depositogarantiestelsel toekomstige bankruns voorkomen. Daarvoor worden alle Europese banken gezamenlijk verantwoordelijk. Maar hoe verstandig is het dat de Nederlandse bankensector instaat voor wankele Zuid-Europese banken?
Wie herinnert zich niet de heisa rondom de Cyprus bail out in maart 2013, waarbij veel kleine spaarders de dupe werden van de ‘template’ van Jeroen Dijsselbloem? Wie is de lange rijen mensen voor de Griekse geldautomaten vergeten, afgelopen zomer?
Het derde en laatste onderdeel van de beoogde Europese bankenunie is een Europees depositogarantiestelsel (DGS). Dit garandeert spaardeposito’s tot maximaal 100.000 euro en moet eventuele toekomstige bankruns voorkomen.
Momenteel is elk EU-land nog zelf verantwoordelijk voor het eigen depositogarantiestelsel. Heeft een bank te weinig geld om spaardeposito’s tot een bedrag van een ton te garanderen, dan schieten eerst de andere nationale banken te hulp en als dat niet voldoende is, is het de beurt aan de nationale overheid van het land waar de in problemen verkerende bank gevestigd is. In Nederland hebben we dit onder meer gezien bij de redding van SNS. De Europese Commissie (EC) wil dit nu veranderen en er een Europees stelsel van maken.
Een goed idee?
Lees verder op Follow The Money
En: Donkere wolk van 1 biljoen euro hangt boven Europese bankensector