Dit stuk verscheen op 23 Januari als Mises Daily onder de titel: ‘Why Europe Must Decentralize’ en is geschreven Door Ryan McMaken. Waar de vertaling is aangevuld, is dit duidelijk aangegeven.
Toen Zweden haar grenzen sloot voor het Schengen gebied en weer paspoort controles invoerde creëerde dat een flessenhals voor Denemarken. Migranten en vluchtelingen trokken in grote aantallen door Denemarken, maar toen Zweden de grens sloot besloten veel van die migranten dan maar in Denemarken te blijven. Als gevolg daarvan heeft Denemarken nu ook de grens gesloten en stuurt het mensen terug aan de Deens-Duitse grens. Als reactie hierop zijn Zweden, Duitsland en Denemarken “nood-overleg” aan het voeren in Brussel in een poging om het idee van Schengen niet naar de vuilnisbelt van de geschiedenis te laten verdwijnen. Het vertoonde de eerste barsten na de terreur-aanslagen in Parijs van afgelopen november. De Franse grens wordt tot op de dag van vandaag bewaakt. Nicolas Sarkozy verklaarde:
Schengen is dood.
De Facto decentralisatie zichtbaar
Het is gevolg van deze ontwikkelingen is een de facto centralisatie van de grenscontrole in de EU en dus meer decentralisatie in de praktijk. Om dit gevaar tegen te gaan heeft de EU gepoogd haar centralistische grip op Europa te vergroten met een gecentraliseerde bureaucratie en politiemacht die de grenscontroles EU-breed moeten gaan overzien. Dat betekent dat politici in Brussel zullen gaan bepalen hoe de grens bemand wordt in het, voor hen, verre Polen en Hongarije. Uiteraard hebben lidstaten hun zorgen geuit. Hen werd door het hoofd van deze nieuwe bureaucratie verzekerd zich vooral geen zorgen te maken en dat de lokale soevereiniteit niet in het geding zal zijn, waarmee in dit geval uiteraard de lokale controle bedoeld wordt. Deze poging de grens binnen de sfeer van de EU te trekken is vooral tekenend voor de realiteit dat de EU vooral geïnteresseerd is in de verdere centralisatie van de politieke macht in Europa.
Vrijheid heeft geen gecentraliseerde staat nodig
Deze laatste zet van de EU toont hoe leeg de vaak herhaalde claim is dat het de EU om open grenzen, vrije handel en andere principes van een daadwerkelijk liberale overheid gaat. Dit ondanks dat een gecentraliseerde Europese staat nog nooit nodig is geweest om dat doel te bereiken. Bovendien zijn de landen die de EU controleren, Duitsland en Frankrijk, altijd vrij geweest om unilateraal open grenzen en handel in te stellen.
Echter, de verzorgingsstaat, een centraliserende overheid en bureaucratische controle zijn zo verweven in het DNA van de hedendaagse EU-elites dat het practisch niet meer bij ze opkomt om ook maar iets te regelen zonder een gecentraliseerde bureaucratische staat op te dringen aan haar lidstaten onder de naam van “vrijheid”, “eenheid” of “mensenrechten”.
Hoe het ook zij, zou iemand werkelijk voor grotere vrijheid voor mensen en handel zijn, dan zijn de pogingen om de verplaatsing van mensen, kapitaal en goederen via internationale afspraken te regelen contrair aan de gestelde doelen. Het is hierom dat liberalen, waaronder Vilfredo Pareto, J.B. Say en de vroege Richard Cobden allen tegen dit soort internationale afspraken waren. Maar, niet tevreden met daadwerkelijk laissez faire behandelen van hun buren, creëerden de architecten van de EU slechts de mogelijkheid om de wil van de dominante staten binnen de EU op te leggen aan de overige lidstaten.
Decennialang hebben zij de steun kunnen kopen van de minder krachtige regimes met het geld dat zij verkregen van de ongelukkige belastingbetalers van de meer machtige EU-landen. Het resultaat is een door de overheid gedwongen transfer van rijkdom geweest van de belastingbetalers in Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk naar minder gefortuneerde staten als Polen, Griekenland, Portugal en Ierland. Die minder gefortuneerde staat waren weliswaar blij met dat “gratis” geld, sommigen van hen zijn toch beschermend gebleven ten aanzien van hun lokale controle (lees: soevereiniteit). Net als in de Verenigde Staten werkt het zo dat wanneer de minder krachtige staten eenmaal afhankelijk zijn van het geld van de centrale overheid, ze steeds makkelijker zijn over te halen de lokale controle op te geven aan de centrale overheid. Echter, in de afgelopen tijd lijkt ook dit mechanisme niet meer toereikend te zijn.