Onhandigheid en naïviteit overheersen in Europa’s buitenlandbeleid

De crisis in Oekraïne, die ruim een jaar geleden begon, heeft een fundamenteel probleem van het buitenlandbeleid van Europa blootgelegd. In Brussel denken verlichte beleidsmakers dat invloedssferen tot het verleden behoren. Maar door haar goedbedoelde optreden veroorzaakt Europa juist onrust aan de buitengrenzen.

Eind november vorig jaar stemden de Oekraïense regeringspartijen tegen zes wetswijzigingen. Met deze actie maakte Kiev duidelijk dat ze het associatieakkoord met de Europese Unie definitief niet ging ondertekenen. Diezelfde avond stroomde het Maidanplein vol met pro-Europese demonstranten. Weinig aanwezigen zullen vermoed hebben dat hun land een jaar later in een slepende en uitzichtloze burgeroorlog zou verkeren.

Dat het associatieakkoord de directe aanleiding vormt van het conflict is uitermate wrang. Het akkoord is namelijk een belangrijke pijler in het Europese nabuurschapbeleid dat juist stabiliteit moet creëren aan de buitengrenzen van de Unie. In plaats daarvan heeft het tot een regionaal conflict geleid en is de relatie met Rusland nog nooit sinds de Koude Oorlog zo slecht geweest. Het contraproductieve resultaat van haar acties in Oekraïne schudt de EU ruw wakker uit de liberale droom waarin vrede en stabiliteit door economische hervorming en democratisering bereikt worden.

Teleurstelling overheerste bij de Europese leiders op 29 november vorig jaar. Ze waren in Vilnius bijeengekomen voor het ondertekenen van associatieakkoorden met verschillende Oost-Europese landen. De EU-top moest het feestelijke sluitstuk zijn van jarenlange onderhandelingen. Alles stond al op papier, alleen de handtekeningen ontbraken nog. De verbazing was dan ook groot toen de belangrijkste ondertekenaar zich plotseling terugtrok. Onder druk van Rusland besloot president Janoekovitsj zijn handtekening niet te zetten onder van het verdrag dat Oekraïne sterk aan de EU zou verbinden.

De Russische leiders moeten zenuwachtig zijn geworden toen ze het associatieakkoord onder ogen kregen. Hierin wordt namelijk duidelijk hoe ver Oekraïne zou integreren in de EU – en dat nu ook daadwerkelijk gaat doen nadat de nieuwe president Porosjenko het akkoord alsnog heeft ondertekend in juli. Door het opheffen van handelsbeperkingen en het gelijkschakelen van regels en standaarden krijgt Oekraïne veel makkelijker toegang tot de Europese markt. Ook reisbeperkingen worden opgeheven waardoor Oekraïners eenvoudiger naar EU-lidstaten kunnen reizen.

Aan deze grote economische voordelen zijn wel duidelijke voorwaarden gekoppeld. Zo moet Oekraïne haar democratie en rechtsstaat versterken en mensenrechten waarborgen. Ook al is er geen sprake van lidmaatschap, met het associatieakkoord zal Oekraïne zich het Europese project eigen maken.

Het liep uit op een oorlog. De vraag is hoe het zo mis heeft kunnen lopen. Is dat te wijten aan de volgens velen ‘verderfelijke’ Poetin-doctrine, of heeft de EU zelf ook steken laten vallen? Een nadere blik op de wereldvisies van Brussel en Moskou leert dat in het buitenlandbeleid van Europa onhandigheid en naïviteit overheersen.

Lees dit artikel van Pieter van der Lugt verder op De Groene