Gisteren vielen er 22 doden in Macedonië bij gevechten tussen de veiligheidsdiensten en terroristen. Etnische Albanezen, hoofdzakelijk afkomstig uit Kosovo, probeerden een aantal overheidsgebouwen te bezetten. Volgens een lokale televisiezender werden de terroristen ‘als helden ontvangen’ door de lokale Albanese bevolking. Buurland Servië heeft 450 extra militairen naar de Macedonische grens gestuurd en Bulgarije overweegt hetzelfde te doen. We betreden een nieuwe periode van gefaald westers beleid op de Balkan: het erkennen van de criminele en terroristische staat Kosovo.
De stad Kumanovo ligt in het noorden van Macedonië en omvat een omvangrijke Albanese minderheid. Hoewel de schietpartij een spontane actie lijkt, staat de gebeurtenis niet op zichzelf. In 2001, aan het einde van de Joegoslavische Oorlogen, kon een burgeroorlog in Macedonië maar op het nippertje voorkomen worden. Men vreesde dat Macedonië dezelfde weg zou bewandelen als buurland Kosovo, waar de Albanese islamitische meerderheid vocht om zich af te scheiden van Servië. Onder druk van de internationale gemeenschap werd Kosovo in 2008 erkend als soevereine staat.
Om een soortgelijk fiasco in Macedonië te voorkomen deed de overheid allerlei toezeggingen aan de Albanese minderheid in het land. Zo werd de Albanese taal erkend, werd er Albanees onderwijs toegestaan en mocht de Albanese vlag gehesen worden. Het mocht niet baten. De Albanezen willen nog meer: Macedonisch grondgebied.
De Europese Unie (EU) verklaarde ‘diep bezorgd’ te zijn over de situatie in Macedonië. Ook de NAVO, die tot enkele jaren geleden nog een vredesmissie in het gebied uitvoerde, staat met de handen in het haar. Desalniettemin ondervinden zij nu de gevolgen van hun eigen handelen.
Lees verder op Curiales
Beluister ook dit verslag van Marcel van der Steen bij Radio EenVandaag