Niet het kapitalisme heeft de groeiende ongelijkheid en de crisis veroorzaakt, zegt Yaron Brook, maar de bedilzieke overheid. ‘We kunnen niet omgaan met het succes van het kapitalisme en daarom zijn we ons eigen succes gaan tegenwerken.’
Hij voelt zich meer thuis bij de demonstraties van de Tea Party dan bij die van Occupy. Toch leest Yaron Brook een boek van iemand die de ‘nieuwe Marx’ wordt genoemd. Tijdens zijn vlucht naar Nederland heeft hij uren zitten lezen in ‘Capital in the Twenty-First Century’. In deze onwaarschijnlijke bestseller – inspiratiebron voor linkse leiders en opiniemakers over de hele wereld – zet de Franse econoom Thomas Piketty uiteen waarom ongelijkheid is toegenomen. Hij pleit voor een vermogensbelasting van 80 procent voor de superrijken.
In de lobby van een hotel aan de Amsterdamse Prinsengracht laat Brook zien dat zijn gevoel voor ironie het niet heeft afgelegd tegen de jetlag: “Je ziet wat voor offers ik breng voor de goede zaak.” Want als er iemand is die altijd klaarstaat om erop te wijzen dat je louter voor jezelf leeft en geen enkele verplichting hebt aan anderen, is het wel de directeur van het Ayn Rand Institute, dat vergaande individuele autonomie bepleit. De Amerikaan gruwelt dan ook van de pogingen om ongelijkheid te bestrijden; die ziet hij als een aanval op onze vrijheid. In zijn boeken en presentaties neemt Brook het op voor het kapitalisme.
Uw pleidooi lijkt een typisch geval van slechte timing. Groeiende ongelijkheid wordt gezien als een gevolg van het kapitalisme.
“De huidige toename in ongelijkheid is net zo goed een gevolg van overheidsbeleid. Neem de beslissing om de banken te redden en de rijken vrij te stellen. Of neem de beslissing om de rentevoet rond nul procent te brengen. Wie heeft daar baat bij? Niet de gewone mensen die een beetje proberen te sparen. Een lage rente helpt de rijken op de aandelenbeurs, de investeerders in riskante ondernemingen en de banken op Wall Street. Zulk beleid leidt tot meer ongelijkheid.”