Het goede nieuws is dat we na de top in Ieper eindelijk af zijn van de wanstaltige vertoning over de benoeming van de nieuwe commissievoorzitter. Dat uitgerekend in Ieper, waar zo veel Engelse soldaten het leven hebben gelaten, de plek is waar Cameron in het stof moet bijten en door vrijwel alle partners de rug wordt toegekeerd, maakte het drama compleet. De 100-jarige herdenking van de Eerste Wereldoorlog als de symbolische breuk tussen Europa en Engeland.
De Europese verkiezingen met de Spitzenkandidaten had een feest van de democratie moeten worden. Eindelijk zouden de Europese burgers, weliswaar ongevraagd, door hun stem tevens bepalen wie de nieuwe commissievoorzitter zou worden. Dat in Engeland de kiezer helemaal de mogelijkheid niet had op een aan Junckers Europese Volkspartij gelieerde partij te stemmen, was een klein minpuntje. We weten nu hoe de Europese democratie eruitziet. We moesten kiezen tussen twee richtingen, maar na de verkiezingen werd het duo opeens als een package deal verkocht. Natuurlijk moet ook Schulz een topfunctie krijgen. Beiden vormen immers een ideaal koppel om Europa uit de malaise te loodsen.
Wat het einde moest zijn van de ondoorzichtige besluitvorming in achterkamertjes, heeft tot nog meer ondoorzichtigheid en koehandel geleid. Niet alleen de landen, maar ook de partijen in het Europees Parlement kunnen nu immers een prijs voor hun instemming vragen. Juncker zal bij de verdeling van portefeuilles dus zowel de hoofdsteden tevreden moeten houden als ook het parlement. Omdat er geen overeenstemming is over de te volgen koers, jaagt hij met elke uitspraak wel iemand in het harnas. Juncker heeft daarom de afgelopen weken gezwegen als het graf, om maar geen vijanden te maken.