Dat de mensen die te hoop lopen tegen het Ceta-handelsverdrag of het Oekraïneverdrag zich niet door honderden pagina’s verdragtekst hebben heengeploegd, maakt hun verzet nog niet ongefundeerd. Laat de elite nu eindelijk naar ze luisteren, voor het écht misgaat.
Voor het associatieverdrag met Oekraïne geldt niet veel anders dan voor Ceta, zegt Jan Luiten van Zanden. Een nee-stem tijdens het referendum van dit voorjaar was geen afwijzing van het pak papier waarin Europa en Oekraïne afspreken zich nader te verbinden. Het was een symbolisch verzet tegen een wereld die steeds kouder wordt.
Mensen voelen zich in de steek gelaten en ze hebben een punt, vindt de hoogleraar economische wereldgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Ouders en kinderen weten een ding zeker: volgende generaties krijgen het niet beter. Alle verhalen over de zegeningen van open grenzen en vrijhandel ten spijt, de administrateur, de heftruckchauffeur en de medewerker buitendienst zagen geen extra werk hun kant opkomen.
De afgelopen twintig jaar verdwenen er juist banen naar Azië of ze werden weggeautomatiseerd. Vaste aanstellingen veranderden in flexcontracten van zes maanden of een jaar. Wat kwam er wel hun kant op? Problemen met minderheden, want die trokken hun buurten binnen.
Hun tegenstem was een symbolisch verzet, meent Van Zanden, tegen een elite die globalisering predikt, maar zich onvoldoende druk maakt over het feit dat niet iedereen ervan profiteert.
“Zestig procent van de stemmers wees het verdrag met Oekraïne af. Dan krijgt het kabinet zo’n duidelijk signaal en dan laat het een half jaar niets van zich horen”, zegt Van Zanden. In het zicht van de deadline – de Tweede Kamer had op 1 november duidelijkheid gewild – wrong premier Rutte zich alsnog in bochten om kool en geit te sparen. Van Zanden: “Kansloos, bij voorbaat. Hij kan het niet goed doen. Hij zal in Brussel nooit zeggen ‘we blokkeren dat hele verdrag’. En zo voedt hij het ongenoegen onder de nee-stemmers. Het wordt alleen maar erger op deze manier. Je wordt er soms een beetje somber van, ja.”