Ik schrijf een proefschrift over noodrecht en financieel toezicht. Terwijl ik me de afgelopen jaren voornamelijk druk heb gemaakt over het gebrek aan zinnige noodwetgeving voor de financiële sector, nu komt daar een andere zorg bij: het noodrecht zelf. Ik zal uitleggen waarom.
Noodrecht is het rechtsgebied dat het handelen van de overheid in tijden van nood regelt en begrenst. Noodrecht is nodig omdat mensen in tijden van nood en angst nu eenmaal vatbaar zijn voor nagenoeg alles dat hen lijkt te beschermen, ook als die bescherming betekent dat regels die bedoeld zijn om de burger te vrijwaren van overheidsinmenging, worden afgekalfd. Met andere woorden: een noodsituatie is de ideale situatie voor een overheid om meer macht naar zich toe te trekken en werkt machtsmisbruik van de overheid dus vrij eenvoudig in de hand.
Noodrecht is bedoeld om dergelijk machtsmisbruik tegen te gaan, om de rechtsstaat door een crisis heen te loodsen en heeft als belangrijkste opdracht hem in stand te houden. Noodrecht is er om er voor te zorgen dat grondrechten gewaarborgd blijven en dat het politieke besluitvormingsproces, in normale omstandigheden gekenmerkt door transparantie en parlementaire inspraak, zoveel mogelijk intact blijft. Dat is de ene kant van het noodrecht.
De andere kant is dat het noodrecht, dat op grond van de noodtoestand in werking treedt, de overheid ruimere bevoegdheden geeft dan het recht in normale omstandigheden doet. De overheid kan de bewegingsvrijheid van mensen beperken door bijvoorbeeld een avondklok in te stellen en demonstraties te verbieden.
De overheid kan in de privésfeer van burgers treden door het briefgeheim op te heffen, zonder rechtelijk bevel huiszoekingen te verrichten en mensen langdurig te arresteren en te detineren op grond van een niet bewezen verklaarde verdenking. Daarnaast leidt de noodtoestand doorgaans tot het er snel doorheen drukken van wet- en regelgeving die in normale omstandigheden op veel weerstand zou stuiten, zoals een Grondwetswijziging of de uitsluiting van parlementaire inspraak in bepaalde noodsituaties.
Academische prietpraat? Nee. Hollande riep onlangs de noodtoestand uit en eiste direct een verlenging daarvan met drie maanden alsmede een Grondwetswijziging. Het Franse parlement, murw geslagen door angst en radeloosheid, zal instemmen, zoals nagenoeg alle parlementen van vergelijkbare rechtsstaten in dit soort situaties hebben gedaan. Intussen is de noodtoestand verlengd.