De eurolanden hebben een paar tijdelijke hechtdraden aangebracht om Griekenland een paar maanden overeind te houden. Een duurzame Griekse deal vergt overeenstemming tussen het Internationaal Monetair Fonds en de Duitse bondskanselier Merkel over schuldverlichting voor Griekenland.
De Griekse regering voelt goed aan van wie ze op dit moment het meest te verwachten heeft: het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
Vrijdag heeft Griekenland het IMF officieel verzocht om deel te nemen aan de onderhandelingen over een derde steunpakket ter waarde van 86 miljard euro. Het IMF liet weten het verzoek in overweging te nemen.
De rol van het IMF, een mondiaal noodfonds waarbij 187 landen in de wereld zijn aangesloten, is cruciaal. En niet alleen omdat landen als Nederland het IMF er graag bij willen hebben voor de uitvoering van strenge bezuinigings- en hervormingsmaatregelen voor Griekenland.
Als er 86 miljard euro aan nieuwe leningen op tafel moet komen voor Griekenland, is het IMF hard nodig als medefinancier. De andere eurolanden voelen er namelijk weinig voor om dat bedrag helemaal zelfstandig op te hoesten.
Maar aan de betrokkenheid van het IMF zit een stevige prijskaartje, vooral voor Duitsland. Economen van het IMF hebben de afgelopen weken en maanden niet nagelaten te benadrukken dat de Griekse staatsschuld onhoudbaar is geworden op de langere termijn. Het IMF voorziet dat de Griekse staatsschuld door de nieuwe recessie de komende twee jaar makkelijk verder kan stijgen naar 200 procent van het nationaal inkomen.
Doordat Griekenland momenteel teert op zachte leningen van zijn schuldeisers en daardoor relatief lage rentes betaalt, is de financieringslast op korte termijn niet het grootste probleem. Zeker niet als nieuwe leningen voor Griekenland deels worden gebruikt om oude leningen af te lossen en rente te betalen. Het probleem wordt daarmee simpelweg verder naar de toekomst geschoven.