A continent sinking under debt

In the world of brinkmanship, endgames and last minute concessions that have come to define Greece’s relationship with Europe, we can see the blueprint of an abusive relationship.

In his book Governing by Debt, Maurizio Lazzarato argues that the creditor-debtor centred politics of contemporary capitalism is substantially different from the capital-labour centred politics of post-war capitalism. In fact, to understand what is at stake in contemporary Europe we need to approach debt in its totality – government, corporate, financial and household debt. We have to recognise that the debt relationship is not merely an economic relationship of money owed and collected, but a deeply political relationship of power exercised by one person or institution over another.

Consider the following graph. It shows the total debt by sector in selected EU countries at the end of 2014.

Referendum EU Associatieverdrag Oekraïne

When debt is seen in its totality a different picture emerges from the one usually portrayed by the media. The total debts of the Netherlands and Ireland are nearly seven times their GDP, Denmark’s is 5.5 times and the UK’s more than four times. How sustainable in the long run are the levels of non-government debt in these countries? Is the exceptionally low exposure of the Greek financial sector to debt an indicator that its liabilities have been disguised as Greek government debt? And how sustainable is household debt?

Years of austerity have resulted in European families sinking under debt while experiencing increasing job insecurity, reductions in pensions and the gradual privatisation of welfare services and education.

These different types of debt are not independent from one other. They are mutually constitutive. Behind them are numerous creditor-debtor relations between actors with often diametrically opposed interests and unequal power: states, corporations, banks, financial institutions, small businesses, voters.

This “system” of European debt interacts with a global financial architecture, dominated by the demands of the financial sector. Far from being prudent, this sector is itself exposed to colossal amounts of debt-related risk, endangering all other sectors.

Lees verder op The Conversation >>>

Bankenfiasco

Weet u nog, al die (directe en indirecte) reddingsacties voor de bankensector, zoals SMP, LTRO 1 & 2, EFSF, ESM, ELA, OMT en nog een rij afkortingen waarachter duizenden miljarden schuilgaan, die zijn ondernomen om de bankensector op de been te houden? Of het feit dat de ECB ook nog de rente heeft verlaagd en de kwalificaties voor onderpand heeft verslapt (welke bezittingen van banken gelden als onderpand om bij de ECB te gebruiken)? Of de hervormingen die banken robuuster moesten maken, zoals Basel III, two pack en nog wat van die programma’s? Met al deze maatregelen en initiatieven zou de bankensector in de eurozone nu toch wel eens volledig gerepareerd moeten zijn, nietwaar? Niets is minder waar!

Tot die conclusie kwam ik bij het lezen van het meest recente rapport van het IMF over de stabiliteit van de financiële sector. Normaal moet er bij veel IMF rapporten de ‘roze-bril-correctie’ toegepast worden (IMF is vaak veel te positief) en moet er rekening gehouden worden met de politieke en economische ideologie van het IMF. Maar soms spreken data voor zich en/of is er toch iemand kritisch genoeg bij het IMF om bepaalde misstanden te rapporteren. Zo ook in dit rapport.

Nou zijn er vele factoren waar naar gekeken kan worden om de gezondheid van de financiële sector te bepalen. Aangezien de laatste crisis die wij gekend hebben een schuldencrisis was, is het geen gek idee om naar het aantal leningen te kijken dat in gevaar is (zogenaamde NPL, non-performing loans) bij banken, om zodoende een beeld te krijgen van de risico’s. In de grafiek hieronder is duidelijk te zien dat de NPLs nog steeds schrikbarend hoog zijn, zo’n €900 miljard. Sinds de crisis, zijn deze alleen maar verder gestegen!

Lees deze column van Alexander Sassen van Elsloo verder op De Financiële Telegraaf

Deken van schuld

Deze week werd bekend dat de staatsschuld van Spanje duizend miljard euro bedraagt. Ieder weldenkend mens krabt zich bij het lezen van dit nieuws achter de oren. Een biljoen euro? ‘Hou d’r maar mee op’ en ‘Dit komt nooit meer goed’ zijn normale reacties, maar niet voor onze Europa-vriendelijke politici.

Voor hen geldt het nieuwe normaal, namelijk dat er geen schuldenplafond is en er ook niet moet komen. Lekker geld uitgeven, nieuwe schulden aangaan en vooruit met de pret en ondertussen om het hardst roepen dat Europa begrotingsdiscipline nodig heeft.

Bizar is dat het in Spanje om de officieel gerapporteerde staatsschuld gaat. Heel veel schuld is verborgen in allerlei obscure constructies – zoals Special Purpose Vehicles- maar daar kraait geen haan naar. Het is niet onaannemelijk dat de verborgen staatsschuld gelijk is aan de gerapporteerde staatsschuld, dus in werkelijkheid twee keer zo groot. Er wordt momenteel veel gedaan om belastingfraude tegen te gaan – terecht- maar we zijn nergens als het om schuldenfraude gaat.

Vrijwel niemand herinnert zich nog dat de Griekse schuldencrisis begon met foutieve en zelfs frauduleuze rapportages over de staat van de Griekse economie. Dat gebeurt als politici zich met de economie bemoeien. Nu, vele jaren later, is de Europese economie een politieke economie geworden en is sprake van zelfverstikking.

Hoe zat het ook al weer met het bedrag van 640 miljoen euro extra dat Nederland aan Europa in december van het afgelopen jaar moest afdragen omdat onze economie na hertelling groter bleek te zijn dan voorafgaand was aangenomen? De regering was verrast, maar maakte het bedrag in één keer over. Even was er zelfs sprake van een extra betaling van ruim één miljard euro. De kwestie werd snel met de mantel der liefde bedekt. Ook in Engeland bleek de economie groter te zijn dan verwacht. Anders dan voorheen werden drugs en prostitutie meegeteld. Alles kits achter de rits in de Britse politiek? Ik meen van niet.

Voor het zoveelste achtereenvolgende jaar – ik meen het negende – voldeed Frankrijk niet aan de Europese begrotingsnormen. Elk jaar gaat men er fors overheen, maar een kniesoor die daar op let. Even sputteren en dan gewoon weer doorgaan op de oude voet. Het is bijna cynisch dat Griekenland steun zoekt bij Frankrijk om van zuidelijk Europa een socialistische economie te maken. Want die past goed bij de cultuur van burgers die leven en werken ten zuiden van de knoflookgrens. Uiteraard mag Noord-Europa betalen. Het geld moet immers ergens vandaan komen. Wie moest er niet smullen van de foto’s van het luxe appartement dat playboy-minister Varoufakis in Athene met zijn glamourvrouw bewoont? En hij maar schelden op minister Schaüble van Duitsland, zelfs op ambassadeursniveau. Volgens mij is Europa gek geworden.

Lees deze column van René Tissen verder op RTLZ

Another economic crash is coming. How did this happen?

David Cameron says a second financial crash is imminent. If he’s right, it’s because the government bailed out the wrong industry, argues Renegade Economist host Ross Ashcroft. He says the last recession was brought on by too much debt. Today private debt is at the greatest level in recorded human history. By ignoring this and instead focusing on the banks, we are heading for economic armageddon.

Bron: The Guardian

De verwatering van de euro

Veel marktparticipanten waren gisteren wat teleurgesteld in Mario Draghi van de ECB. Hij verzuimde het quantitative easing (QE) programma in gang te zetten. De geruchten (lees lekken naar en aansturen van de pers door de ECB) zijn nu dat dit begin 2015 gaat gebeuren. De ECB gaat dan, als laatste grote centrale bank, ook volledig meedoen in de monetaire race naar de bodem, met consequenties voor de euro en goud.

Het moet gezegd worden dat Draghi zijn kaarten verdomd goed uitspeelt. Zo dreigde hij enkele jaren geleden met Outright Monetary Transactions (OMT), een programma waarbij de ECB de staatsobligaties van een eurozone lidstaat koopt die in de problemen is geraakt. De aankondiging van het plan was al genoeg om de marktparticipanten te laten afzien van speculeren tegen zwakke eurolanden. Het leuke is dat er nog niet eens een term sheet is van OMT. In zekere zin bestaat het programma dus nog (steeds) niet. Toch is de Italiaanse 10-jaarsrente recentelijk even onder de 2% gedoken.

Zou u uw geld uitlenen aan de Italiaanse regering, 10 jaar lang tegen 2%? Ik ken geen enkele persoon die hierop ja antwoordt. Wellicht dat dit aan mijn kennissenkring ligt, maar ik ben de mening toegedaan dat de ECB met al haar monetaire programma’s (waaronder OMT), de rentestanden in de eurozone naar onzinnig lage niveaus drukt.

Nu dreigt Draghi met het opkopen van Asset Backed Securities (zeg maar gedekte leningen). Dus niet alleen staatsobligaties staan op de ECB kooplijst, maar nu ook bepaalde bedrijfsleningen. Probleem is alleen dat het (dreigen met het) opkopen van schulden niet alleen opluchting geeft aan overheden en bedrijven met veel schulden. De lagere rentes geven ook meer ruimte voor en stimulatie tot het aangaan van nog meer leningen. Dus waar de eurozone (en het Westen) last had van een schuldencrisis, is de gekozen oplossing het aanmoedigen van meer schulden om zo een schuldenprobleem op te lossen.

En dit is waar de waarheid maar al te duidelijk wordt. De ECB (en de heren politici) durven het niet aan om het probleem van te veel (slechte) schulden te erkennen. In plaats van de oorzaken aan te pakken (slecht monetair beleid, slecht fiscaal beleid, slechte financiële regulering, etc.) en de situatie te resetten (door middel van grote schuldsanering door te voeren), heeft zij gekozen voor symptoombestrijding. Eurolidstaten die te maken krijgen met oplopende rentestanden door slecht monetair/economisch/financieel beleid worden dus geholpen door de rentestanden omlaag te kopen. Uiteindelijk staan u en ik garant voor de aankopen die de ECB doet. Dat u het weet.

Lees deze column van Alexander Sassen van Elsloo verder op De Financiële Telegraaf

The eurozone is starting to recover. Now the new phase of its crisis begins

A toxic combination of slow growth, deflation, weak banks and political unrest in the east still haunts the continent.

Brace yourself for the next phase in the eurozone crisis, due to come around any time soon. That might seem an odd thing to say. After all, Portugal has just emerged from its bailout programme; Greece has dipped its toe into the bond market; while Ireland’s export-slanted economy is growing at a fair lick. Crisis over, you could say.

But hang on a minute. All is not well in Europe, as the votes for fringe and extremist parties in Sunday’s European parliament elections will testify. There are five good reasons why the crisis could flare up again at any time.

Problem one is that growth remains painfully weak. Across the 18-nation single currency zone as a whole, activity increased by just 0.2% in the first three months of 2014. That was disappointing in view of the unusually mild winter, and would have been even worse had it not been for the strong 0.8% expansion in Germany.

Problem two is that weak growth is no longer confined to the euro’s fringe. Italy’s performance has been woeful ever since the creation of the euro a decade and a half ago, and the 0.1% contraction in the first three months of 2014 was the 10th decline in the last 11 quarters. The Netherlands posted an even bigger decline of 1.4%, but the biggest problem of all is France, which has failed to deliver two consecutive quarters of growth during François Hollande’s presidency.

This matters not just because of its impact on France, where one in eight of the working population is jobless, but because of the gap emerging between the eurozone’s two biggest economies.

Over the past 50 years, the smooth running of Europe has relied on the Paris-Berlin axis, but strong growth in Germany and weak growth in France complicates matters. Hollande clearly wants the European Central Bank to pull out all the stops to boost growth; Angela Merkel will favour a more cautious approach.

The third problem is deflation and its impact on heavily indebted eurozone countries. The cost of living is rising by less than 1% a year across the eurozone, but the average masks the fact that certain countries, such as Greece and Spain, are already experiencing falling prices.

What that means is that the real value of those countries’ considerable debts are increasing. At some point, financial markets are going to cotton on to the fact that weak growth plus deflation equals unsustainable debt-to-GDP ratios, and bond yields will start to rise once more.

The fourth problem is Europe’s zombie banks, which have been kept alive thanks to support from the European Central Bank but have proved unable, or unwilling, to provide the credit to businesses and households that would push the eurozone’s nascent recovery on to the next level. Without a functioning banking system, the risks of a relapse are high.

Lees verder op The Guardian