Met dank aan Mario Draghi

Assuralia luidde gisteren de alarmbel. De afgesproken rendementen op groepsverzekeringen, het aanvullend pensioen in de privésector, zouden ze in de toekomst niet meer kunnen uitbetalen. Het verlies zou indrukwekkend zijn, vooral voor werknemers die nog niet veel reserves hebben kunnen opbouwen. In het Europees Parlement was Mario Draghi, voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), zich gisteren van geen kwaad bewust. Nochtans is hij in belangrijke mate verantwoordelijk voor deze dramatische toestand. Met zijn lage rentepolitiek is hij het die de problemen mee veroorzaakt.

De ECB kondigde vorige maand een nieuwe stap aan in zijn monetaire oorlogsvoering: kwantitatieve geldverruiming of QE (quantitative easing). Draghi wil de economie laten groeien door extra euro’s te drukken en overheidsobligaties op te kopen. De hoop is op korte termijn groei te creëren, maar op langere termijn hebben de huidige nulrentes serieuze nadelen.

Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) waarschuwde terecht voor de gevolgen voor spaarders. Verschillende partijen vonden het nodig hem daarvoor op de vingers te tikken. Intussen hebben verschillende banken aangekondigd dat ze de intresten op spaarrekeningen verder verlagen.

Nu worden ook de problemen voor langetermijnspelers, zoals pensioenfondsen, duidelijk. Verantwoordelijke pensioeninstellingen zouden per definitie moeten kiezen voor veilige investeringen op lange termijn. Het geld van uw pensioen hoort niet thuis in een casino. Door de recente monetaire interventies brengen veilige obligaties echter niets meer op.

En dus is het kiezen tussen de pest en de cholera. Ofwel blijven de pensioeninstellingen hun investeringen beheren als goede, voorzichtige huisvaders. Maar dan blijkt het rendement te laag om uw aanvullend pensioen verder uit te betalen. Tenzij ze contractbreuk zouden plegen door – zoals Assuralia aankondigde – te knippen in de uitkeringen. Ofwel is er de keuze om meer te beleggen in risicoproducten. De kans op verlies wordt dan groter. Resultaat opnieuw: uw pensioen staat onder druk.

Lees dit artikel van Sander Loones verder op de website van de NVA

Schulden van eurozone groeien

De angst voor deflatie tiert welig. In kranten, op tv en zelfs bij de koffieautomaat wordt erover gesproken. Nu wil de ECB dit te lijf gaan met nog meer monetair ingrijpen. Hiermee maakt de ECB een cruciale fout door niet naar de ware oorzaak te (willen) kijken. Het ECB-beleid is dan ook niets meer dan symptoombestrijding, terwijl de ware oorzaak van de crisis alleen maar wordt versterkt.

Als er wordt gekeken naar waarom de ECB zo bang is voor deflatie, dan wordt in wezen duidelijk dat zij donders goed weet wat de ware oorzaak is van de crisis. In een deflatoire omgeving dalen de prijzen en dus ook het bruto binnenlands product (BBP; wat we met z’n allen verdienen), terwijl de schulden wel gewoon blijven staan. Dit betekent dus dat het steeds moeilijker wordt om de schulden terug te betalen (minder inkomen, maar dezelfde schulden). Het grote probleem is dus de schuldenberg (zie ook deze column).

In plaats van de schuldenberg direct aan te pakken, doet de ECB er alles aan om de schuldenberg draaglijker te maken (zie ook deze column van mijn hand ). Zo worden de rentes kunstmatig laag gehouden. Dit helpt niet alleen de draagbaarheid (lagere interestbetalingen), maar stimuleert ook de kredietgroei. Nog nooit kon er zo goedkoop worden geleend en dit moet bedrijven en consumenten aanzetten tot meer investeringen en consumptie, waardoor het BBP zal stijgen en de eurozone zo haar schulden kan ontgroeien. Nu wil de ECB, bijvoorbeeld, hypotheekschulden gaan opkopen om zo de kredietverlening nog verder te stimuleren. Leuke gedachte, maar het gaat nooit werken. Helaas staat de ECB niet alleen, want de Bank of England, de Federal Reserve, de Bank of Japan en velen anderen hanteren min of meer hetzelfde recept.

Waarom werkt het niet? Allereerst zijn de totale wereldwijde schulden sinds het begin van de crisis met 40% toegenomen, terwijl het wereld BBP met maar 20% is toegenomen. Nog buiten het feit dat het bestrijden van een schuldencrisis met meer schulden mesjogge is, is het natuurlijk geen houdbare kaart wanneer de schulden twee keer zo hard stijgen als het inkomen. Het tweede probleem met de aanpak van de ECB cum suis kan het best omschreven worden als: Je kunt het paard wel naar het water leiden, maar je kunt het niet dwingen te drinken. Veel bedrijven willen niet investeren (en daarvoor lenen), omdat ze geen goede eindvraag zien. De consument heeft evenmin de behoefte om meer schulden aan te gaan, omdat er nog steeds donkere wolken aan de horizon zijn (persoonlijke schulden, koopkrachtvermindering, stijgende werkloosheid, stijgende belastingdruk, en zo verder). Dit verklaart ook gelijk waarom schulden nu zo weinig economische groei veroorzaken.

Lees deze column van Alexander Sassen van Elsloo verder op De Financiële Telegraaf

Bijna vakantie, dus kans op nieuwe euro-onrust

Nog twee weken en dan gaat het Europees Parlement op reces. In de afgelopen jaren werd werd het vaak juist tijdens het reces onrustig rondom de euro. Dat zou dit jaar zomaar weer eens het geval kunnen zijn. De crisis bij de Portugese bank Espirito Santo lijkt een eerste voorteken. Zoals we vanuit de SP al jaren betogen: de schijnbare rust rondom de euro is bedrieglijk. Er broeit nog van alles. Ik houd mobiel en internet tijdens het zomerreces in ieder geval onder handbereik.

De Banco Espirito Santo is geen hele grote bank en het feit dat deze bank nu in de problemen is gekomen, zou op zich geen grote gevolgen hoeven te hebben. Toch is de rente op Portugal’s lange-termijn leningen gestegen en daalden de koersen op de Portugese beurs met zo’n 4%. Veel ogen van financiële instellingen zijn dan ook gericht op Portugal. Als het immers in Portugal mis gaat, heeft dat al snel een kettingreactie richting andere zwakke eurolanden.

Het feit dat de crisis bij één, niet eens grote bank zo’n effect kan hebben, kan worden verklaard door de onevenwichtigheid in de Portugese economie als geheel. Klom de Portugese economie vorig jaar althans wat groeicijfers betreft, nog een beetje uit het dal, dit jaar is er weer sprake van krimp. De Portugese overheidsschuld staat inmiddels op 129% van het BBP (ter vergelijking: de Europese ‘norm’ is 60%). Dat betekent dat de Portugese regering in moeilijkheden komt, als het op z’n eentje een bank moet redden.

Lees deze column van Dennis de Jong verder op de SP